2022_week6_1MH_vraagwoord_hoofdletters_extra oefenen lidwoorden/levend memory

1 / 20
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Du hast 3 min für:


Je hebt 3 min om: 
  • te gaan zitten
  • jas uit
  • oortjes uit
  • mobiel in je tas
  • laptop gesloten op tafel
  • boek/schrift/pen op tafel
timer
3:00

Slide 2 - Slide

Was machen wir heute?

  • Fragewörter üben
  • Wanneer schrijf je een hoofdletter?
  • Selbständig arbeiten
  • Spiel
  • Abschluss/ deutsches Lied

Slide 3 - Slide

Lernziel

  • Aan het einde van de les weet je welk bepaald lidwoord der, die of das je gebruikt voor de zelfstandige naamwoorden, doordat je opdrachten maakt.
  • Welk onbepaald lidwoord ein, eine, kein, keine je gebruikt voor de zelfstandige naamwoorden, doordat je opdrachten maakt.
  • welke vraagwoorden er in het Duits zijn
  • wanneer je een hoofdletter moet schrijven

Slide 4 - Slide

  • Was...?
  • Wann...?
  • Wer...?
  • Wo...?
  • Wie...?
  • Woher...? 
  • Wat...?
  • Wanneer...?
  • Wie...?
  • Waar...?
  • Hoe...?
  • Waar...vandaan? 
timer
1:00

Slide 5 - Slide

Was
wann
Wer
Wo
Wie
Woher
Wat
Waar
Wanneer
Hoe
Wie
Waar...vandaan.

Slide 6 - Drag question

_________ ist das? Das ist meine Schwester.
A
Wo
B
Wer
C
Was
D
Woher

Slide 7 - Quiz

_______ steht Janneke? Sie steht neben Hannah.
A
Warum
B
Wo
C
Wer
D
Wie

Slide 8 - Quiz

Britt, .....................kommst du? Ich komme aus Amsterdam.
A
Woher
B
Wie
C
Wo
D
Wann

Slide 9 - Quiz

_______hat Janneke in der Hand?
Ein Buch!
A
Warum
B
Wie
C
Wo
D
Was

Slide 10 - Quiz

_______ heißt du? Ich heiße Britt.
A
Was
B
Warum
C
Wie
D
Wo

Slide 11 - Quiz

_______ machst du morgen, Janneke?
Ich gehe in die Schule.
A
Wann
B
Woher
C
Warum
D
Was

Slide 12 - Quiz

_______stehst du morgens auf, Britt?
Ich stehe um 7 Uhr auf.
A
Wie
B
Wann
C
Warum
D
Woher

Slide 13 - Quiz

Hoofdletters!
Wanneer schrijven we in het Duits een hoofdletter?
* alle zelfstandige naamwoorden zijn met een Hoofdletter
* aan het begin van de zin
* voornamen en achternamen en merknamen, naam van clubs
* namen van steden en landen

Slide 14 - Slide

An die Arbeit

  • Machen im Buch: 
  • Opdracht 9 + 10, blz. 37 (Onderstreep de hoofdletters in het tekstje)
  • Opdracht 1, blz. 38 (Vertaal eerst de vragen en geef daarna antwoord op de vraag in het Duits)
  • Opdracht 2 op blz. 38 (Gebruik de woorden uit Lektion 6 op blz. 45)


  • Wie? Eerste 5 minuten niet praten en geen vragen stellen. Daarna fluisteren en vragen stellen.
  • Fertig? Test jezelf online, Kapitel 1.5 (kijk wat je nog lastig vindt en oefen daarmee. Dat kunnen de vraagwoorden zijn of de lidwoorden.

timer
5:00
timer
5:00

Slide 15 - Slide

Was wisst ihr noch?
* noem de 4 lidwoorden in het Duits
* Noem 2 vraagwoorden in het Duits

Slide 16 - Slide

Spiel

Slide 17 - Slide

Levend Memory
  • Twee personen gaan even op de gang staan. Zij zijn samen twee teams. Ze bekijken de woordjes van Lektion 4, 5, 6 op bladzijde 44-45.
  • De rest krijgt van mij een nummer 1t/m 13. Je zoekt je partner op met hetzelfde nummer.
  • Jullie kiezen samen een woord op het bord. De ene kiest het Nederlandse woord en de ander de Duitse vertaling.
  • De twee teams komen terug in de klas. Ze staan voor in de klas en het eerste team noemt de naam van een klasgenoot. Deze persoon zegt zijn woord. Dan noemt het eerste team nog een naam en deze persoon zegt zijn woord. 
  • Als twee personen matchen sluiten zij aan bij team 1 of 2.
  • Het team met de meeste leden heeft gewonnen.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Bis nächste Woche!

Slide 20 - Slide