This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Du hast 3 min für:
Je hebt 3 min om:
jas uit
mobiel in je tas staat op stil
laptop gesloten op tafel
boek/schrift/pen op tafel
timer
3:00
Als de timer gestopt is zie ik iedereen de woordjes van Lektion. 1, 2, 3 blz. 43-44 schrijven
Slide 2 - Slide
Wörter schreiben
Schrijf de woordjes van Lektion 1, 2, 3 blz. 43 van NL-DU en DU-NL
timer
10:00
Slide 3 - Slide
Wörter Lektion 1, 2, 3 abfragen
Slide 4 - Slide
Was machen wir heute?
Wörter schreiben
Wörter abfragen
Wiederholung Grammatik A und B
Quiz
LOGO?
Abschluss/ Hausaufgaben
Slide 5 - Slide
Am Ende der Stunde........
-kan je door het maken van opdrachten de persoonlijke voornaamwoorden in het Duits benoemen en welke uitgangen er bij de persoonlijke voornaamwoorden horen als je uitgaat van de basisregel.
-kan je door het maken van de opdrachten en de quiz minimaal 3 vraagwoorden benoemen.
Slide 6 - Slide
Vraagwoorden en hoofdletters
Slide 7 - Slide
Hoe vertaal je het persoonlijk voornaamwoord in het Duits en welke uitgangen horen bij de basisregel?