MH1 - hoofdlettergebruik - werkwoordspelling en brief - Kern - module 1

MH1
hoofdlettergebruik werkwoordspelling
brief
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

MH1
hoofdlettergebruik werkwoordspelling
brief

Slide 1 - Slide

Wat is je inschatting?
Van de 10 vragen heb ik
A
alles goed
B
er 8 of 9 goed
C
er 6 of 7 goed
D
er 5 of minder goed

Slide 2 - Quiz

Toelichting hoofdlettergebruik
  • Aan het begin van de zin
  • Alle eigennamen
  • Het eerste tussenvoegsel van een achternaam als de voornaam of voorletter niet is genoemd
  • Aardrijkskundige namen en afleidingen daarvan
  • Heilige namen
  • Titels van boeken, films, theaterstukken, etc.

Slide 3 - Slide

1. Hoofdletters:
waar staan de hoofdletters goed?
A
Ik ken stef Van leeuwen.
B
Ik ken Stef van Leeuwen.
C
ik ken stef van Leeuwen.
D
ik ken Stef Van leeuwen.

Slide 4 - Quiz

2. Neem de zin over en plaats hoofdletters en leestekens.
het vliegveld van het spaanse eiland is afgesloten

Slide 5 - Open question

Hoofdletter
Geen hoofdletter
oktober
waddenzee
veendam
donderdag
enzo knol
kerstmis
paasdagen
adidas

Slide 6 - Drag question

Toelichting werkwoordspelling
  • Stel altijd als eerst de vraag: is het de PV JA of NEE?
  • Zo ja: is het tt of vt?
  • Bij tt: bepaal m.b.v. het onderwerp of je de ik-vorm, de ik-vorm+t of de wij-vorm moet noteren
  • Bij vt: gebruik bij zwakke werkwoorden 't ex-kofschip
  • Is het geen pv, noteer dan het voltooid deelwoord of het onvoltooid deelwoord
  • Sommige werkwoorden zijn onregelmatige werkwoorden

Slide 7 - Slide


4. Amy (liggen) (relaxen) in de zon. tt
A
ligt - relaxed
B
lag - relaxt
C
lag - relaxed
D
ligt - relaxt

Slide 8 - Quiz

5. (Aanvaarden) je alsjeblieft mijn excuses?
A
Aanvaard
B
Aanvaart
C
Aanvaardt
D
aanvaard

Slide 9 - Quiz

6. Noteer de werkwoorden
Kay (willen) een elektrische fiets (hebben), maar die (krijgen) hij niet van zijn ouders. - tt

Slide 10 - Open question

7. Noteer de werkwoorden
De politie (geloven) niets van wat de verdachten (vertellen). vt

Slide 11 - Open question

8 . De leerlingen (beantwoorden) de vragen allemaal goed! - vt

A
beantwoordde
B
beantwoorde
C
beantwoordden
D
beantwoorden

Slide 12 - Quiz

Toelichting brief
  • Een brief begint met een aanhef
  • Hij bestaat uit ten minste drie alinea's
  • Een brief eindigt met de slotformule en voor- en achternaam
  • Tussen alle onderdelen sla je een regel over
  • Binnen een alinea schrijf je alle zinnen achter elkaar
  • Alleen bij een nieuwe alinea begin je op een nieuwe regel
  • Je taalgebruik is beleefd
  • Je let goed op zinsbouw, spelling en leestekens

Slide 13 - Slide


9. Wat is de juiste aanhef bij een formele brief?
A
Lieve mevrouw Peters,
B
Geachte mevrouw Peters,
C
Beste Ineke Peters,
D
Beste mevrouw Peters,

Slide 14 - Quiz

Noteer de juiste slotformule van een brief
(inclusief hoofdletters en leestekens)

Slide 15 - Open question

Mijn inschatting aan het begin van de LessonUp klopte.
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz


Ik moet nog wat extra oefenen.
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz