Ethos, pathos en logos zijn overtuigingsmiddelen, middelen die proberen te overtuigen:
Ethos: het vertrouwen dat je wekt / de geloofwaardigheid die je creëert
Pathos: De emoties die je oproept / inspelen op emoties van anderen
Logos: Argumenten, feiten en bewijzen geven / de logica van wat je vertelt
> Adela
pathos gaat over de bespelen van gevoelen van mensen.
Slide 4 - Slide
Vraag 2 - 1p
Ethos, pathos en logos zijn overtuigingsmiddelen, middelen die proberen te overtuigen:
Ethos: het vertrouwen dat je wekt / de geloofwaardigheid die je creëert
Pathos: De emoties die je oproept / inspelen op emoties van anderen
Logos: Argumenten, feiten en bewijzen geven / de logica van wat je vertelt
> Palda
Ethos, de betrouwbaarheid van de schrijver, en de juiste woorden te gebruiken om iemand te overtuigen, want de poster gaat over de website bol.com, en het zegt dat je kan verschillende kleren van daar kopen.
Slide 5 - Slide
Vraag 3 - 1p
Kies twee tekstvormen die behoren tot een informerende tekstsoort.
gebruiksaanwijzing
recensie
pleidooi
uitnodiging
dagboek
stripverhaal
blog
ingezonden brief
>>
Slide 6 - Slide
Vraag 3 - 1p
Kies twee tekstvormen die behoren tot een informerende tekstsoort.
gebruiksaanwijzing > informerend
recensie > waarderend
pleidooi > waarderend
uitnodiging > informerend
dagboek > verhalend
stripverhaal > verhalend
blog > waarderend
ingezonden brief > waarderend
Slide 7 - Slide
Vraag 4 - 3p > Aysha
Hieronder staan afbeeldingen die horen bij tekstdoelen.
Geef het juist tekstdoelen per afbeelding:
1:
Informeren
2:
activeren
3:
amuseren
Slide 8 - Slide
Vraag 4 - 3p > Aysha
Hieronder staan afbeeldingen die horen bij tekstdoelen.
Geef het juist tekstdoelen per afbeelding:
4:
Informeren
5:
overtuigen
6:
instrueren
Slide 9 - Slide
Vraag 5 - 2p
Om te controleren of een tekst betrouwbaar is, zet je vier stappen. Welke vier?
> Mariam
Slide 10 - Slide
Vraag 5 - 2p
Om te controleren of een tekst betrouwbaar is, zet je vier stappen. Welke vier?
Vindplaats/bron
Datum
Belang van de auteur
Belang van de uitgever
Belang van het publiek
Deskundigheid van de auteur
Deskundigheid van het publiek
Deskundigheid van de uitgever
Kritisch lezen
Globaal lezen
Intensief lezen
Zoekend lezen
Lerend lezen
Slide 11 - Slide
Vraag 6 - 1p
Lees de tekst 'Het Nederlands zou moeten bestaan uit Engels'. Let op: deze tekst bestaat uit twee pagina's.
Welke tekstsoort past bij deze tekst?
> Palda
Informerende tekstsoort
Verhalende tekstsoort
Waarderende tekstsoort > hoe weet je dit?
Slide 12 - Slide
Vraag 6 - 1p
Informerende tekstsoort
Verhalende tekstsoort
Waarderende tekstsoort = tekstsoort met veel meningen:
alinea 1: Het onderwijs moet daarom verengelst worden.
alinea 7: We moeten de verengelsing in het onderwijs dus niet tegenhouden, maar stimuleren en bevorderen.
Signaalwoorden:
Alinea 2: Ten eerste
Alinea 3: Zodoende
Alinea 5: Bovendien
Slide 13 - Slide
Vraag 7 - 1p
Wat is het standpunt van de auteur?
Standpunt = mening
> Adela
De standpunt van de auteur is dat afschaffen van taalaftreken is goed.
Slide 14 - Slide
Vraag 8 - 2p & vraag 9 - 1p
De auteur geeft in deze tekst vier hoofdargumenten bij haar standpunt. Welke zijn dit?
> Timur
taalaftrek is onrealistisch, onredelijk, ongenuanceerd, ongeweest.
Vraag 9. Waarom vindt de auteur taalaftrek op het examen onrealistisch?
> Adela
De auteur vindt taalaftrek op het examen onrealistisch daarom je kan te veel van je uiteindelijke cifer kwijtraken en dat leerlingen moet taalaftrek om te leren. ‘Als je niet uitkijkt, kan je op die manier 0,5 punten van je uiteindelijke cijfer kwijtraken.‘ zegt ze.
Slide 15 - Slide
Vraag 10 - 1p
In alinea 4 staat het signaalwoord 'dus'. Bij welk tekstverband hoort 'dus'?
opsomming
reden, oorzaak, gevolg
vergelijking
verduidelijking
conclusie
samenvatting
> Noah
conclusie
Slide 16 - Slide
Vraag 11 - 1p
In alinea 7 staat het signaalwoord 'hoewel. Bij welk tekstverband hoort 'hoewel'?
opsomming
reden, oorzaak, gevolg
inperking
conclusie
samenvatting
verduidelijking
> Alaa
inperking
Slide 17 - Slide
Vraag 12 - 2p
In alinea 5 geeft de auteur enkele vergelijkbare argumenten. Leg uit of dit vooral feitelijke of niet-feitelijke uitspraken zijn.
> Aysha
Feitelijk want je kunt checken of het gemmideld CE-cijfer wel 6,2/6,3 is.
Slide 18 - Slide
Vraag 13 - 1p
Welke kritische vraag kun je stellen bij de vergelijking die de auteur in alinea 5 maakt tussen de examenresultaten van Nederlands en Engels?
> Wat is de vergelijking in alinea 5?
Slide 19 - Slide
Vraag 13 - 1p
Welke kritische vraag kun je stellen bij de vergelijking die de auteur in alinea 5 maakt tussen de examenresultaten van Nederlands en Engels?
> Wat is de vergelijking in alinea 5?
Slide 20 - Slide
Vraag 13 - 1p
Welke kritische vraag kun je stellen bij de vergelijking die de auteur in alinea 5 maakt tussen de examenresultaten van Nederlands en Engels?
> Wat is de vergelijking in alinea 5?
> Een vergelijking tussen de examens Nederlands en Engels.
> Timur
Hebben we moelijker programma van leren voor Nederlands dan op Engels?
Slide 21 - Slide
Vraag 14 - 1p
In alinea 7 wordt verwezen naar een artikel van een docent op Neerlandistiek.nl. Waarom doet de auteur dit?
> David
Omdat de autuer geen reden naar ons te geloven die zij belangof betrouwbaar zijn, en als zij een persoon die heeft zijn hele of het meestal van zijn leven heeft geweerkt met deze onderwerp en heeft hetzelfde mening over die onderwerp, dan kunnen zij meer belang en betrouwbaar punten met ons te krijgen.
Slide 22 - Slide
Vraag 15 - 1p
Is deze bron betrouwbaar of niet? Leg je keuze uit. Verwijs in je uitleg naar de soort bron.
Leerlingantwoord:
Deze bron is niet betrouwbaar. = geen uitleg en niet naar de bron verwezen.
De bron =
schrijver + medium van publicatie =
Klaas, Scholieren.com, 15 mei 2024
Slide 23 - Slide
Vraag 15 - 1p
Is deze bron betrouwbaar of niet? Leg je keuze uit. Verwijs in je uitleg naar de soort bron.
> Palda
Niet, de schrijver kiest een partij , zij is niet neutraal want ik kan dt zien in = ik vind, ik denk , en ook de ik moet eerst haar bron zien maar de naam lijkt dat het heeft niks te maken met haar argumenten. = 0,5p
Antwoordmodel: niet-betrouwbaar: De bron is scholieren.com. Dat is een medium waarop kinderen en volwassenen zelf teksten kunnen plaatsen. Deze teksten worden niet gecontroleerd of gefactcheckt, voordat ze op het medium verschijnen (1p). Alleen een punt bij juiste uitleg.
Slide 24 - Slide
Vraag 16 - 3p
Jij schrijft een reactie op deze tekst. Je wilt juist het belang van een goede Nederlandse taalbeheersing verdedigen.
Je standpunt is daarom: Het is belangrijk dat de taalaftrek bij het examen Nederlands blijft bestaan.
Bedenk twee argumenten bij dit standpunt.
1 punt per goed argument (maximaal 2p)
1 punt voor goede taal (interpunctie en samenhang (signaalwoorden))
Slide 25 - Slide
Vraag 16 - 3p
>>> antwoordmodel:
De taalaftrek op het examen Nederlands moet blijven [standpunt], want het is belangrijk dat leerlingen foutloos leren schrijven en spellen, zodat ze hun eindexamen netjes afronden. [argument 1]Daarnaast worden leerlingen volwassen en het is belangrijk dat ze in hun vervolgopleiding of tijdens hun latere werk ook weten hoe ze foutloos kunnen schrijven. [argument 2]
Taalpunt: signaalwoorden gebruikt, hoofdletter en punt.
Slide 26 - Slide
Vraag 17 - 2p
Meerkeuzevraag woorden invullen
Slide 27 - Slide
Vraag 18 - 2p
Hieronder staan twee moeilijke woorden. Bedenk met elk woord een zin waarin je dat woord juist gebruikt zonder het uit te leggen.
1. patroon
2. in hetzelfde schuitje zitten =
spreekwoord:
In dezelfde (slechte) situatie zitten.
Slide 28 - Slide
Vraag 19 - 2p
Leg uit waarom de eigenaar van deze eetgelegenheid ervoor kiest om dit een Friethuys te noemen? Betrek het frame dat hier gebruikt wordt in je antwoord.
Veel leerlingen geven zo'n antwoord:
Met de naam van die winkel verkoop je (verse) friet.
Maar let op:
In de vraag staat:
Let uit … + Betrek het frame in je antwoord.
Goede antwoorden >>>
Slide 29 - Slide
Vraag 19 - 2p
Leg uit waarom de eigenaar van deze eetgelegenheid ervoor kiest om dit een Friethuys te noemen? Betrek het frame dat hier gebruikt wordt in je antwoord.
> Palda
de plaatje is geschreven - verse friet- het geet een beeld van dat ze kunnen lekkere friet maken , en ook in de tekst ze zeggen gezond en voeding combineren-, maar mensen weren ook dat frieten hevbben te veel olie en het is niet gozond , de naam friethuys, lijkt op friet huis, dat laat mij denken dat ze hebben de lekkerste friet
Slide 30 - Slide
Vraag 20 - 2p
0,5 punt per juist antwoord
> Habibatu a. voice + mail + bericht =
voicemailbericht
b. boeken + kast + plankje =
boekenkastplankje
c. Twitter + tweet =
Twittertweet
d. Dirk van der Broek + winkel =
Dirk van der Broekwinkel
Slide 31 - Slide
Vraag 21 - 2p
Leg uit wat het verschil is tussen de woorden 'groteboekenmarkt' en 'grote boekenmarkt'.
> Kayra
groteboekenmarkt= Het is een markt dat dat de grote boeken zijn er.
grote boekenmarkt= Het is een grote markt dat de boeken zijn er.
Slide 32 - Slide
Vraag 22 - 2p
0,5 punt per juist antwoord
> Aysha a. groen - X - groenst
groener
b. zuur - zuurder - X
zuurst
c. X - rozer - meest roze
roze
d. veel - meer - X
meest
e. los - X - lost
losser
f. chic - chiquer - X
chicst
Slide 33 - Slide
Vraag 23 - 2p
In de tekst hieronder staan een paar fouten op het gebied van meervoudsvormen.
Geef vier fouten en geef de verbetering.
> Alaa
Tijdens het scrollen op sociale mediakanalen kwamen de meest uiteenlopende videos langs. Er kwam een beeld over hoe bacterieën de wereld overnemen. Dit filmpje werd begeleid met enorm vreemde melodiën. Op het volgende Instagramfilmpje zag ik hoe een jongen de verrukkelijkste cranberries wegsnoepte. Als laatst zag ik zonnebadende leeuwerikken een bad nemen in de Haagse volkstuin.
Slide 34 - Slide
Vraag 23 - 2p
In de tekst hieronder staan een paar fouten op het gebied van meervoudsvormen.
Geef vier fouten en geef de verbetering.
Tijdens het scrollen op sociale mediakanalen kwamen de meest uiteenlopende videos video's langs. Er kwam een beeld over hoe bacterieën bacteriën de wereld overnemen. Dit filmpje werd begeleid met enorm vreemde melodiën melodieën . Op het volgende Instagramfilmpje zag ik hoe een jongen de verrukkelijkste cranberries cranberry's wegsnoepte. Als laatst zag ik zonnebadende leeuwerikken leeuweriken een bad nemen in de Haagse volkstuin.
Slide 35 - Slide
PTO
Totaal 40 punten te behalen.
Je kunt zelf je cijfer berekenen en je ziet het bij het rapport.
Slide 36 - Slide
Lessen periode 2
Hoofdstuk 2 en 5
Slide 37 - Slide
Periode 2
Oefenboek
Handboek
Hst 2 Fictie en werkelijkheid
A, B, C, D (E), F
Taal en Cultuur - Verhalen hst 12
Taalgebruik- hst 14-19
Verhalen - Plot en andere literaire begrippen hst 8-10
Hst 5 Vermaken & ontroeren
A, B, C, D (E) F
Taal & Cultuur - Humor en spot hst 15
Verhalen en gedichten - Beeldspraak hst 16
Taalgebruik- hst 14-19
Werkwoordspelling B
Hoofdletters en leestekens D
Taalverzorging - Werkwoordspelling hst 5
Taalverzorging - Hoofdletters en Leestekens - hst 8, 9
Slide 38 - Slide
Numo
Periode 1: 30 minuten per week
Periode 2: 45 minuten per week = 9 uur én vooruitgang
Werkwoorden en interpunctie
Slide 39 - Slide
Login Numo in
Maak de sprongtoets die klaar staat.
Het doel is dat jullie minimaal halverwege 2F tot 3F halen in periode 2