Herhalingsles - Lezen - 2 - Feiten, meningen en argumenten

Feiten, meningen en argumenten in een tekst herkennen


- Je weet wat een feit is;

- Je weet wat een mening is;

- Je weet wat een argument is.


1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Feiten, meningen en argumenten in een tekst herkennen


- Je weet wat een feit is;

- Je weet wat een mening is;

- Je weet wat een argument is.


Slide 1 - Slide

Geef een voorbeeld van een argument:

Slide 2 - Mind map

Staat hier een feit, mening of argument?

Nederlands is het leukste vak op school.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 3 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Ik vind 'The Cell' een spannende film.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 4 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Morgen moet ik naar de tandarts.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 5 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Als je te laat bent, dan moet je je melden.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 6 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Ik vind het raar om docenten aan te spreken met u.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 7 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Jesse Klaver moet de nieuwe minister president worden.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 8 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Omdat hij goede standpunten heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Past het tussenkopje boven alinea 3 goed bij alinea 3?


Slide 11 - Slide

Wat is het onderwerp?
A
bestverkopende dansgame
B
moderne artiesten
C
just dance best of
D
topartiest

Slide 12 - Quiz

Past het tussenkopje boven alinea 3 goed bij alinea 3?

A
Ja, want alinea 3 gaat helemaal over de moderne artiesten.
B
Nee, want als je de eerdere delen al gespeeld hebt, zijn de artiesten niet modern meer
C
Ja, want als je nog nooit eerder Just Dance hebt gespeeld zijn de artiesten heel modern
D
Nee, want in alinea 3 geeft de schrijver zijn mening over Just Dance Best Of

Slide 13 - Quiz

In de laatste zin van alinea 3 zegt de schrijver: 'Dan is dit misschien wel de beste keus van dit moment'. Welk argument geeft hij daarvoor?

Slide 14 - Slide

In de laatste zin van alinea 3 zegt de schrijver: 'Dan is dit misschien wel de beste keus van dit moment'. Welk argument geeft hij daarvoor?
A
Er staan liedje op van moderne artiesten
B
Er zijn twee nummers die nog niet eerder voor de Wii zijn verschenen
C
Als de game goedkoper was, was het een goede keuze.
D
Als je nog geen dansgame hebt en je wil er graag eens aan beginnen.

Slide 15 - Quiz

Wat is de mening uit alinea 4?


Slide 16 - Slide

Wat is de mening uit alinea 4?


A
De makers hebben na drie delen de besturing goed onder de knie
B
De bewegingen zien er realistisch uit
C
De achtergronden bewegen goed mee
D
Het is gemakkelijk om naar een ander dansnummer te gaan

Slide 17 - Quiz

Hoeveel argumenten worden in alinea 4 genoemd?


Slide 18 - Slide

Hoeveel argumenten worden in alinea 4 genoemd?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 19 - Quiz

Is de eerste zin van alinea 5 (Bovendien is . . . Wii ook) een mening, een argument, of een feit?


Slide 20 - Slide

Is de eerste zin van alinea 5 (Bovendien is . . . Wii ook) een mening, een argument, of een feit?
A
mening
B
feit
C
argument

Slide 21 - Quiz

Is de tweede zin van alinea 5 (Niet voor . . . de toonbank.) een mening, een argument of een feit?

Slide 22 - Slide

Is de tweede zin van alinea 5 (Niet voor . . . de toonbank.) een mening, een argument of een feit?
A
mening
B
feit
C
argument

Slide 23 - Quiz

Wat is het doel van tekst 1?


A
De schrijver wil de lezer zijn mening geven
B
De schrijver wil de lezer iets laten doen
C
De schrijver wil de lezer iets uitleggen
D
De schrijver wil de lezer informeren

Slide 24 - Quiz