12.2 De bloedsomloop

12.2 De bloedsomloop
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

12.2 De bloedsomloop

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen
5 min herhaling vorige les
20 min uitleg
15 min tijd voor HW

10 min nakijken 6.1

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
12.2.1 Je kunt in de dubbele bloedsomloop van de mens de kleine en de grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.
12.2.2 Je kunt de drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
12.2.3 Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen en je kunt de samenstelling van het bloed daarin aangeven.

Slide 3 - Slide

Herhaling
Wat is de werking van bloedplaatjes en het eiwit fibrinogeen?
Wat is de werking van witte bloedcellen?
Wat is de werking van rodebloedcellen?
Hoe werkt het eiwit hemoglobine?

Waar zitten de stamcellen en wat doen ze?

Slide 4 - Slide

Bloed
* vervoer van stoffen
* warmte transport (bloedvaten worden wijder als je het koud hebt, hierdoor wordt je huid roder)

Slide 5 - Slide

Dubbele bloedsomloop
Kleine bloedsomloop
(hart & longen)
Grote bloedsomloop
(hart & de rest

Slide 6 - Slide

Kleine bloedsomloop

Slide 7 - Slide

De grote Bloedsomloop

Slide 8 - Slide

Kleine bloedsomloop
Grote bloedsomloop

Slide 9 - Slide

Dubbele bloedsomloop
Ons bloed komt 2x door het hart heen. Dus dubbel

Slide 10 - Slide

Van slagader naar ader
Wat betekend blauw en rood ookalweer?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slagaders
Zuurstof rijk (rode kleur)

Je voelt je hartslag hierin

Dikke gespierde wand om het bloed rond te pompen, hoge bloeddruk

Slide 13 - Slide

Aders
Zuurstof arm (blauwe kleur)

Je voelt geen hartslag
bloed wordt vervoerd via kleppen

Dunne wanden, lage bloeddruk

Aders zijn goed te zien en vaak blauw van kleur

Slide 14 - Slide

Haarvaten
Ín de organen zitten de kleinste vertakkingen: de haarvaten. De wand van een haarvat is 1 cellaag dik.
In de haarvaten (dus in de organen) vindt de uitwisseling van stoffen plaats. Dit kan door die dunne wand van het haarvat.
De bloeddruk in een haarvat is laag.

Slide 15 - Slide

Slagaders en aders
Het hart pompt het bloed de slagaders in. Dit gebeurt met veel kracht. De bloeddruk op de wand van slagaders is dus hoog.

De slagaders zijn dik, gespierd en elastisch. 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Namen van bloedvaten:

Van het hart naar orgaan: slagader
Van orgaan naar het hart: ader
+ de naam van het orgaan

Dus hoe noem je de ader die naar 
de nier toegaat?

Slide 18 - Slide

Uitzonderingen
Aorta: Grote slagader die zuurstofrijk bloed verspreid door lichaam

Bovenste holle ader: zuurstofarm bloed vanaf de bovenkant van het lichaam stroomt via hier naar het hart
Onderste holle ader: zuurstofarm bloed vanaf de onderkant van het lichaam stroomt via hier naar het hart

> Poortader: 

Slide 19 - Slide

De poortader
Tussen de darmen+ maag en de lever

= zuurstof arm maar vol met voedingsstoffen (uit de darmen en maag)

vervoert bloed van de darmwand naar de lever, in de darmwand krijgt hij de voedingsstoffen

Slide 20 - Slide

12.2 Wat ga je doen
Maak opdracht 1, 2, 3, 4, 6 en 7 (8+)

Daarna leerdoelcheck

Slide 21 - Slide

Leerdoelcheck
12.2.1 Je kunt in de dubbele bloedsomloop van de mens de kleine en de grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.
12.2.2 Je kunt de drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
12.2.3 Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen en je kunt de samenstelling van het bloed daarin aangeven.

Slide 22 - Slide