Klas 2, T3, paragraaf 2, bloedsomloop

Thema 12 
Transport en afweer
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Thema 12 
Transport en afweer

Slide 1 - Slide

Thema 12
De bloedsomloop

paragraaf 2, de bloedsomloop en de bloedvaten

Slide 2 - Slide

Doen vandaag:

  • paragraaf 2, de bloedsomloop, verduidelijking begrippen.

Slide 3 - Slide

Doel van de les
12.2.1 Je kunt in de dubbele bloedsomloop van de mens de kleine en de grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.
12.2.2 Je kunt de drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
12.2.3 Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen en je kunt de samenstelling van het bloed daarin aangeven.

Slide 4 - Slide

Begrippen paragraaf 2
bloedsomloop- dubbele bloedsomloop
kleine bloedsomloop
grote bloedsomloop
slagader- bloeddruk
haarvaten
ader- aderkleppen
bloedvatenstelsel 
leverslagader- leverader- poortader




2 min

Slide 5 - Slide

Werkplek

Stil werken/ geen overleg/ Zelfstandig werken
1. Lezen paragraaf
2. Opdrachten maken, 80% goed!
3. Afsluiten met: Test jezelf! Worden alle doelen voldoende beheerst? Laat aan het einde van de les zien of in de volgende les (dus thuis afmaken) 
Instructieplek:

Uitleg begrippen aan de hand van filmpjes, opdrachten en mondeling uitleg. 
Actieve deelname aan de les:
-actieve houding
-stil zijn 
-Bij vragen vinger gebruiken
-Opdracht gericht zijn: je hebt het over de opdracht en bent gericht op de opdracht. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Bloedsomloop
De weg die het bloed aflegt. 

Mensen hebben een dubbele bloedsomloop: het bloed komt twee keer tijdens één rondgang door het hart.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Grote bloedsomloop
Kleine bloedsomloop
Dubbele bloedsomloop

Slide 10 - Slide

3 typen bloedvaten

Slide 11 - Slide

Het hart pompt bloed in de SLAGADERS. 
Bloedvat dat bloed van het hart naar de organen vervoert.
Heeft dikke wanden. 
De BLOEDDRUK is hoog.

Slide 12 - Slide


Slagaders vertakken zich in steeds fijnere bloedvaten: HAARVATEN, die je overal in het lichaam vind. Zo krijgen alle cellen in je lichaam zuurstof en andere voedingsstoffen.

Slide 13 - Slide

De haarvaten komen weer samen in grotere bloedvaten: ADERS. Hierdoor stroomt het bloed weer terug naar het hart. Het wordt 'teruggezogen' door het het hart.

Slide 14 - Slide

De bouw van vaten. Aders hebben vaak kleppen.

Slide 15 - Slide

Warmtetransport
Het bloed vervoert niet alleen stoffen, maar ook warmte. Deze warmte ontstaat bij de verbranding in de cellen.
Bij veel verbranding: worden de  bloedvaten in de huid  wijder. Bij weinig verbranding zijn de bloedvaten nauwer. Het bloed geeft dan weinig warmte af.

Slide 16 - Slide

Het bloedvatenstelsel
Alle bloedvaten en het hart samen.
Slagaders krijgen de naam van het orgaan waar het bloed naar toegaat en aders waar het vandaan komt.

Slide 17 - Slide

De lever
Leverslagader
leverader
Poortader: Bloed van de darmen naar de lever. Weinig zuurstof. Samenstelling voedingsstoffen in heel wisselend.

Slide 18 - Slide

De lever
Functie lever is het constant houden van de bloedsuikerspiegel
• Bij veel glucose zet de lever het om in glycogeen. Het glycogeen wordt opgeslagen in de lever. Minder glucose in bloed.
• Laag glucosegehalte de lever zet glycogeen weer om in glucose. Meer glucose in bloed.   

Slide 19 - Slide

Huiswerk 


Maak af wat je nog niet af hebt van paragraaf 12.2 en 12.3.
Lees de paragrafen ook goed door en maak alvast flitskaarten of een samenvatting.

Slide 20 - Slide