les 4

Huiswerk vandaag
Doornemen paragraaf 6.3
Maken de opdrachten van deze paragraaf

Telefoons
Kauwgom in de prullenbak
1 / 33
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Huiswerk vandaag
Doornemen paragraaf 6.3
Maken de opdrachten van deze paragraaf

Telefoons
Kauwgom in de prullenbak

Slide 1 - Slide

Huiswerk vandaag
Doornemen paragraaf 6.3
Maken de opdrachten van deze paragraaf

Telefoons
Kauwgom in de prullenbak

Slide 2 - Slide





  • We kijken het huiswerk na
  • Ik bespreek paragraaf 6.4  Komt de overheid rond?
  • je kunt beginnen aan het huiswerk
Deze les

Slide 3 - Slide

Opdracht 33
Mogelijkheden voor jou om aan geld te komen:
zakgeld, kleedgeld, verjaardag, loon

Opdracht 34                                     
a) belasting: geld wat je moet betalen aan de overheid zodat die collectieve voorzieningen kan betalen.
b) belastinggeld is nodig: om wegen te onderhouden, scholen beschikbaar te houden voor alle kinderen, politie en brandweer voor iedereen beschikbaar houden.

Slide 4 - Slide

Opdracht 35
a) juist, iedereen met een betaalde baan betaald belasting (uitgezonderd mensen die zwart werken).
b) onjuist, de werkgever draagt de loonbelasting af.
c) juist, over de winst moet een bedrijf belasting betalen.

Opdracht 36
a) inkomstenbelasting omlaag: de werkenden profiteren hiervan.
b) btw-verhoging is nadelig voor iedereen die koopt.
c) eigen mening, leg je mening wel uit!

Slide 5 - Slide

Opdracht 37
a) consumentenprijs (wat je betaald als consument)
b) winkelier (houdt de verkoopprijs)
c) belastingsdienst (krijgt de btw)

Opdracht 38
a) op een tv is 21% btw
b) laptop, spelcomputer, fototoestel...
c) de btw moet de winkelier afdragen aan de belastingsdienst (1 x per kwartaal).



Slide 6 - Slide

Opdracht 39
Verlaagd tarief is voor eerste levensbehoeften (zodat iedereen die kan kopen).

Opdracht 40
prijs exclusief btw (100%)     € 125,-
btw (21%)                           €   26,25
verkoopprijs incl btw (121%) € 151,25
of consumentenprijs




Slide 7 - Slide

Opdracht 41




Product
Prijs (excl btw)
BTW
Prijs voor koper
Broek
€   96,-
21%
€ 116,16
Jas
€ 145,-
21%
€ 175,45
Bloes
€   45,-
21%
€   54,45
T-shirt
€   25,-
21%
€   30,25
Sjaal
€   14,-
21%
€   16,94

Slide 8 - Slide

a) als de club subsidie krijgt kan de contributie omlaag. 
b) sporten is gezond, het is goed als iedereen dit kan doen.


Opdracht 42





Slide 9 - Slide

Opdracht 43
a) 1 sigaret kost 0,09 + 0,19 + 0,05 = € 0,33
1 pakje kost dan 20 x 0,33 = € 6,60
b) de accijns is 0,19 dit is het deel, de prijs van een sigaret is het geheel 0,19 / 0,33 x 100 = 57,6%
c) naar de overheid gaat de btw en de accijns, dus 0,19 + 0,05 = € 0,24 cent 
(dit is 0,24 / 0,33 x 100 = 72,7% in totaal)

Slide 10 - Slide

Opdracht 44
a) mensen die roken of alcohol drinken hebben een grotere kans om ziek te worden, dit kost de overheid veel geld
b) eigen mening, geef wel ook een argument!
            

Slide 11 - Slide

Opdracht 45
a) het geld van boetes gaat naar de overheid.
b) zijn er ouders met boetes?
c) heb je met de trein of het vliegtuig gereisd, heb je een ID of paspoort aangevraagd, werken je ouders of hebben ze een eigen bedrijf, is er schoolgeld betaald? Dan JA, verder zijn er ook gemeentelijke heffingen en afvalstoffen heffingen.

Opdracht 46

Belastingontvangsten
Niet-belasting ontvangsten
accijns
boetes
btw
verkoop aardgas
inkomstenbelasting
winst uit overheidsbedrijven

Slide 12 - Slide

6.4 Hoe komt de overheid rond? 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Begroting:
  • Een overzicht van te verwachten inkomsten en uitgaven in een bepaalde tijd
  • Rijksbegroting
  • Een overzicht van te verwachten inkomsten en uitgaven van Het Rijk in een bepaald jaar

Slide 15 - Slide

Miljoenennota:
  • Toelichting op de rijksbegroting
  • Uitleg over de gemaakte keuzes

Slide 16 - Slide

Begrotingsoverschot

  • Er worden meer inkomsten, dan uitgaven verwacht (inkomsten > uitgaven)
  • Begrotingstekort
  • Er worden meer uitgaven, dan inkomsten verwacht                                                 (inkomsten < uitgaven)

Slide 17 - Slide

Huiswerk volgende les
Doornemen paragraaf 6.4
Maken: alle opdrachten van deze paragraaf

Slide 18 - Slide

Afsluiting les

  • er volgen een aantal vragen
  • maak de vraag, we kijken ze daarna na

Slide 19 - Slide

Een rekenmachine kost € 7,99 in de winkel. Dit is inclusief 21% btw.
Bereken de verkoopprijs (excl. btw).
A
€ 6,60
B
€ 7,97
C
€ 6,31
D
€ 5,96

Slide 20 - Quiz

Wat zijn accijns?
A
extra kosten op voedsel
B
belasting voor kleding
C
geld wat terug kan krijgen
D
extra belasting op tabak, drank en benzine

Slide 21 - Quiz

Accijns is een
A
directe belasting
B
indirecte belasting

Slide 22 - Quiz

Wat is GEEN soort belasting?
A
BTW
B
Loonbelasting
C
Subsidie
D
Accijns

Slide 23 - Quiz

Wat betekent de afkorting BTW?
A
Belasting Totale Waarde
B
Belasting Toegevoegde Waarde
C
Bruto Totale Waarde
D
Bruto Toegevoegde Waarde

Slide 24 - Quiz

Op welk product wordt GEEN accijns geheven?
A
Tabak
B
Museumbezoek
C
Alcohol
D
Benzine

Slide 25 - Quiz

Welk inkomen van de overheid hoort NIET bij niet-belastinginkomsten?
A
Winst overheidsbedrijven
B
Aardgasinkomsten
C
Boetes
D
Subsidies

Slide 26 - Quiz

Een laptop kost in de winkel € 799,- Dit is inclusief 21% btw.
Bereken hoeveel je aan btw betaald.
A
€ 167,79
B
€ 138,67
C
€ 38,05
D
€ 79,90

Slide 27 - Quiz

Stel... je krijgt € 100,- als je 4 weken lang na elke pauze de kantine veegt. Wat doe je dan?
A
Echt niet!
B
Nou, dat is best een leuk bedrag. Ik wil het wel doen

Slide 28 - Quiz

Stel... je moet € 100,- betalen als je een papiertje of zoiets op de grond gooit.
A
Jammer dan, ik doe het lekker toch. Dan betaal ik wel.
B
Dat vind ik veel te veel geld. Ik doe het echt niet meer!

Slide 29 - Quiz

Wat is geen collectieve voorziening?
A
wegen
B
sporthal
C
winkelcentrum
D
speeltuin

Slide 30 - Quiz

Welk bedrijf of instelling hoort niet bij de collectieve sector?
A
Gemeente
B
UWV
C
Bank
D
Sociale dienst

Slide 31 - Quiz

Het geld voor de sociale zekerheid krijgt de overheid via:
A
inkomstenbelasting
B
sociale premies
C
btw
D
accijns

Slide 32 - Quiz

Welke bedrijven horen bi de particuliere sector?
A
brandweer
B
vuilnisdienst
C
dokters
D
banken

Slide 33 - Quiz