Blok 3 - TOETS BLOK 3

de themawoorden
1 / 18
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 5

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

de themawoorden

Slide 1 - Slide

Welke zin is goed?
A
De jarige heeft traktaties vergeven.
B
Mijn vader heeft mij zakgeld vergeven.
C
Toen ze sorry zei, heb ik haar vergeven.

Slide 2 - Quiz

Wat betekent

de opschepper
A
iemand die zielig is en daarover praat
B
iemand die boos is en scheld en roept
C
iemand zie brutaal is en slechte dingen zegt
D
iemand die trots is op zichzelf en dat laat merken.

Slide 3 - Quiz

Welk woord hoort in de zin?
Wat hij over mij zegt is niet waar. 
Het is een ....
A
betrappen
B
nadeel
C
roddel
D
verrast

Slide 4 - Quiz

lesdoel
Ik weet wat de stam van een werkwoord is en kan daarmee opdrachten maken.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Hoe herken je de stam van een werkwoord?

A
aan de wij-vorm
B
aan de jij-vorm
C
aan de hij-vorm
D
aan de ik-vorm

Slide 7 - Quiz

werkwoorden die uit elkaar gaan
werkwoord opscheppen: opscheppen

Ik .............................

Slide 8 - Slide

Wat is de STAM (ik-vorm) van het werkwoord

aantrekken

Slide 9 - Open question

Wat is de STAM (ik-vorm) van het werkwoord

meespelen

Slide 10 - Open question

Wat is de STAM (ik-vorm) van het werkwoord

opstaan

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Waar zie je een opsomming?
A
Rozen, anjers en narcissen vind ik mooi.
B
De rozen bloeien.
C
Ik houd erg veel van bloemen.

Slide 13 - Quiz

Waar staat de komma goed in de opsomming?
A
Kies jij voor zwart, rood of paars.
B
Kies jij voor zwart rood of, paars.
C
Kies jij, voor zwart rood of paars.

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Wat is het zelfstandig naamwoord van het werkwoord
presenteren
A
de present
B
de presentatie

Slide 16 - Quiz

Wat is het zelfstandig naamwoord van het werkwoord
gebeuren = de ....

Slide 17 - Open question

aan het werk
WEES STIL EN LEES GOED.
Concentreer je!!!!

Klaar: taalblobs

Slide 18 - Slide