Klinisch redeneren MBO

Wat gaan we doen
- Mededelingen
- klinisch rederneren
1 / 43
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Wat gaan we doen
- Mededelingen
- klinisch rederneren

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Mededeling
- rekenen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Lees voor
"Vlgones een oznrdeeok op een Eglnese uvinretsiet mkaat het neit uit in wlkee vloogdre de ltteers in een wrood saatn, het einge wat blegnaijrk is is dat de eretse en de ltaatse ltteer op de jiutse patals saatn. De rset van de ltteers mgoen wllikueirg gpletaast wdoren en je knut vrelvogens gwoeon lzeen wat er saatt. Dit kmot odmat we neit ekle ltteer op zcih lzeen maar het wrood als gheeel."

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Klinisch redeneren

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
Doel van de les:
na de les :
  • Weet je wat klinisch redeneren is,
  • Weet je wanneer je klinisch redeneren kan toepassen in de praktijk.


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je nog over klinisch redeneren?

Slide 10 - Mind map

This item has no instructions

Uit hoeveel stappen bestaat het proces van klinisch redeneren
A
5
B
4
C
6
D
7

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is klinisch redeneren?
A
Methode om informatie te ordenen
B
Methode om informatie te verzamelen voor verpleegplan.
C
Methode om gezondheidstoestand te observeren
D
Methode om zorg- situatie te analyseren en acties in te zetten

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Proactive Nursing
Zoek in je zakboekje de 6 stappen van Marc bakker

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Klinisch redeneren 
  • Doe je continue als verpleegkundige
  • Theorie koppelen aan praktijk
  • Volgens een methode gegevens analyseren en acties uitzetten op een systematische manier. 


Het doel van klinisch redeneren is om onderbouwd tot een beslissing te komen welke zorg voor een zorgvrager nodig is.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je nodig voor klinisch redeneren?

1. Kennis van o.a. anatomie, fysiologie, medicijnen.
2. Ervaring
3. Analytisch vermogen
4. Kritisch denken

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wat doe je concreet?
1. Monitoren zorgvrager
2. Risico inschatten
3. Bepalen of interventie nodig is
4. Bepalen of extra monitoring nodig is
5. Monitoren effect van de interventie
Terug naar 1!
Dus een continue proces!

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent voor jou het
Niet-pluisgevoel ?

Slide 18 - Mind map

This item has no instructions

Proactive nursing 
Zoek een scoringsysteem die je weleens hebt gebruikt.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Learnbeat 
Maak de opgaves in de studieplanner van learnbeat over klinisch rederneren.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Stap 1: Oriënteren op de situatie

  • De situatie in kaart brengen
  • De zorgvrager observeren
  • Indien mogelijk; vragen stellen aan de zorgvrager om een beter beeld te krijgen. 
  • Vitale functies in kaart brengen

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

2. Mogelijke problemen in kaart brengen

  • Orden je gegevens
  • Koppel de theorie met de praktijk (wat je bij de zorgvrager ziet)

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

3. Aanvullend observatie en onderzoeken

  • Wat weet ik nog niet?
  • Aanvullende onderzoeken
  • Korte termijn en lange termijn

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

4. Verpleegkundig beleid
  • Welke handelingen ga je uitvoeren?
  • Welke volgorde van handelen?
  • Welke disciplines kunnen/moeten worden ingezet?

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

5. Het verloop monitoren

  • Prognose op de korte termijn en lange termijn 
  • Complicaties op korte en lange termijn
  • Risico van de behandeling
  • Je observaties rapporteren in het zorgdossier

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

6. Reflectie
  • Afstand nemen van de situatie
  • Evalueren
  • Reflecteren

(patiënt veiligheid, beroepshouding, ethisch dilemma, etc.) 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Zet de stappen van klinisch redeneren in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
6
Verpleegkundig beleid vaststellen
Reflectie
Oriënteren op de situatie
Het verloop monitoren
Mogelijke problemen in kaart brengen
Aanvullende observaties en onderzoek

Slide 30 - Drag question

1c, 2e,3f, 4a, 5d, 6b
De eerste stap van klinisch redeneren is
A
klinisch beleid.
B
oriënteren op de situatie.
C
aanvullend onderzoek.

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

In welke fase pas je het redeneerhulp middel 'SOAP' toe?
A
Fase 1 : oriëntatie situatie
B
Fase 3: aanvullende observaties/onderzoek
C
Fase 4: verpleegkundig beleid vaststellen
D
Fase 5: verloop monitoren

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Klinisch redeneren komt alleen in ziekenhuizen voor
A
Ja
B
Nee
C
Weet ik niet

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Wat doet een verpleegkundige bij stap 3 van klinisch redeneren?
A
Gaat in gesprek met de zorgvrager en bespreekt de situatie.
B
Overlegt met de arts en draagt over met de SBAR
C
Bepaald welke aanvullend onderzoek nodig is.

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Om klinisch te kunnen redeneren moet je kennis hebben van de ziektebeelden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Client Slikke:

- Pols van 120
- Tensie 170/50
- Temp 38,2
- Ademhaling 15
- Suf, wel aanspreekbaar

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Wat is de EWS van dhr Slikke?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

SBAR: 
Als je de arts of een collega besluit te bellen, is de SBAR een goed hulpmiddel om informatie helder en geordend over te brengen. De afkorting SBAR staat voor:
  • Situatie – Wie ben jij, over welke zorgvrager gaat het en wat is het probleem?
  • Behandeling – Wat zijn de voorgeschiedenis en achtergrond tot nu toe?
  • Analyse – Wat is jouw beoordeling van actuele en mogelijke problemen in de situatie?
  • Respons – Wat wil je dat er gebeurt

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Video

This item has no instructions

Opdracht:Wat heb ik ?
Lesopdracht voor in je regiegroep:

  1. Bedenk een casus met ziektebeeld. Werk het ziektebeeld uit.
  2. Zoek uit wat de symptomen en parameters kunnen zijn.
  3. Presenteer het ziektebeeld aan de klas. De klas probeert het ziektebeeld te raden aan de hand van de stappen van het klinisch redeneren.   
  4. De vragen worden gesteld aan de hand van de stappen van klinisch redeneren, dus houd daar rekening mee met je uitwerking.
Tijd: 30 min 

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Zijn de doelen behaald?
Doel van de les:
- na de les :
Weet de student wat klinisch rederneren is,
Weet de student wanneer ze deze kan toepassen in de praktijk.

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Vragen?
Geen vragen?

Dank voor de aandacht!!

Slide 43 - Slide

This item has no instructions