Vervolgles Dementie

• basiszorg
• MBO
• Studiejaar 2

Dementie vervolg

Thuiszorgmedewerker:

‘Alles wat we voor haar doen, vindt ze overbodig. Maar langzaamaan vervuilt ze in haar eigen huis. Moeten we dat maar laten gebeuren? In overleg met haar dochter maak ik stiekem schoon als ze naar de dagopvang is.’

Definitie:

Dementie wordt veroorzaakt door een hersenziekte. Het is een verzamelnaam voor symptomen waarbij de hersenen worden aangetast waardoor iemands verstandelijke vermogens achteruitgaan.

Problematisch/ onbegrepen gedrag bij dementie

Zo’n 80 tot 90 procent van de mensen met dementie vertoont vroeg of laat ander (problematisch) gedrag.

Het kan gaan over klagen, repetitief gedrag, (nachtelijke) onrust, loopdwang, snel(ler) boos, argwanend, apathisch en agressief gedrag.

Oorzaken van problematisch gedrag

Oorzaken van onbegrepen gedrag zijn bijvoorbeeld dat mensen zich lichamelijk niet lekker voelen en dat niet kunnen uiten, dat ze bepaalde onvervulde behoeften hebben of dat de omgeving niet goed op hen reageert of te weinig uitdagend is. 

Probleemgedrag vraagt om een multidisciplinaire en methodische aanpak, gericht op de onderliggende problematiek. Dit stappenplan biedt handvatten voor de behandeling van probleemgedrag bij mensen met dementie.

Stappenplan: Signaleren, diagnose, evalueren

STAP 1: SIGNALEREN VAN GEDRAG EN VOORBEREIDING

STAP 2: DE PROBLEEMSITUATIE IN KAART BRENGEN

STAP 3: PROBLEEMSITUATIE MULTIDISCIPLINAIR IN KAART BRENGEN

STAP 4: BEGRIJPEN VAN HET GEDRAG

STAP 5: WAT WIL JE BEREIKEN (DOEL BEPALEN)

STAP 6: BEDENK WAT JE GAAT DOEN

STAP 7: VOER DE AFSPRAKEN UIT

STAP 8: BEKIJK DE RESULTATEN EN DEEL ERVARINGEN

STAP 9: TREK CONCLUSIES

Casus

Beginsituatie

Als de thuiszorgmedewerkers ’s ochtends bij mevrouw Visser komen, is zij meestal erg incontinent. Ze trekt geen incontinentiemateriaal aan, omdat ze dat niet lekker vindt zitten. Mevrouw wast zich niet goed, maar kleedt zich ’s ochtends wel alvast aan. De geur is onaangenaam, daarom willen de medewerkers haar direct wassen. Maar als ze

voorstellen om mevrouw Visser te douchen, reageert ze erg boos. “Wat een flauwekul allemaal”, zegt ze. “Het is helemaal niet nodig! Ga weg!” De medewerkers van de thuiszorg weten intussen niet meer wat ze met de situatie aan moeten. 

Interventie

De thuiszorgmedewerkers proberen voortaan eerst rustig bij mevrouw aan de eettafel te zitten en contact op te bouwen. Mevrouw herkent niet alle medewerkers, daarom is het belangrijk dat ze contact en vertrouwen opbouwen voordat ze beginnen met de zorg. Mocht mevrouw na de koffie nog steeds niet willen douchen, dan is het ook goed.

Op deze manier begint de dag voor mevrouw toch goed en houdt ze geen negatief gevoel over aan het bezoek. De medewerker begint nu ’s ochtends met een praatje. “Goedemorgen mevrouw Visser. Heeft u lekker geslapen? Oh, u bent de krant al aan het lezen. Staat de weersverwachting er ook in?” Mevrouw zoekt in de krant naar de

weersverwachting. “Zal ik even een kopje koffie zetten?” Mevrouw Visser en de verzorgende drinken samen een kopje koffie en praten over van alles. Als de koffie op is, kijkt de verzorgende of het mogelijk is om te douchen: “Ik zie dat u al

helemaal bent aangekleed, maar vindt u het goed als ik u toch even onder de douche help? Het is vandaag namelijk de

dag waarop we u helpen met douchen.” De verzorgende maakt een uitnodigend gebaar. 

Resultaat

Mevrouw gaat nu 7 van de 10 keer naar haar badkamer om geholpen te worden met douchen. Doordat de werkwijze

duidelijk is, zijn de thuiszorgmedewerkers meer ontspannen als ze ’s ochtends naar mevrouw Visser gaan, en dit heeft

een positief resultaat. Ook mevrouw Visser is meer tevreden over de zorg.