• Ik kan informatie verzamelen over een kind (theorie, dossier, collega's, ouders, kind, eigen observaties)
• Ik kan informatie verzamelen over de doelgroep (theorie, dossier, collega's, ouders, kind, eigen observaties)
• Ik kan de ontwikkeling en wensen en behoeften van het kind/ de groep inventariseren en beschrijven
• Ik kan observatiegegevens schriftelijk vastleggen en rapporteren aan
leidinggevende of het team
• Ik kan de interactievaardigheid “Structureren en grenzen stellen” toepassen in
de praktijk