HV2 Rangtelwoorden

  1. Wat zie je?
  2. Waarom is dit zo?
  3. Spreek de getallen uit.
  4. Wat zijn dit voor getallen?
1 / 17
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

  1. Wat zie je?
  2. Waarom is dit zo?
  3. Spreek de getallen uit.
  4. Wat zijn dit voor getallen?

Slide 1 - Slide

Rangtelwoorden
Lesdoel: Aan het einde van de les kan ik de Duitse rangtelwoorden herkennen en opschrijven.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Slide

Was fällt auf? Wat valt op?
Der Nikolaus kommt am 6. Dezember.

Wir feiern Silvester am 31. Dezember.

Slide 5 - Slide

Wat is een rangtelwoord?

Slide 6 - Mind map

Ordinalzahlen: die Regel
1 - 19: getal + te                  z.B. zwei+te

vanaf 20: getal + ste        z.B. zwanzig+ste

Bij een datum
am + rangtelwoord + n           z.B. am zweite+n November

Slide 7 - Slide

Ordinalzahlen: die Regel
Er zijn 4 uitzonderingen, een aantal lijken op het Nederlands

1e = erste
3e = dritte
7e = siebte
8e = achte

Slide 8 - Slide

Welke letters komen er achter de getallen 1 t/m 20?
A
niks
B
ste
C
e
D
te

Slide 9 - Quiz

Welke letters komen er achter de getallen vanaf 20?
A
niks
B
ste
C
e
D
te

Slide 10 - Quiz

Vertaal: 'tweede'

Slide 11 - Open question

Vertaal: 'zevende'

Slide 12 - Open question

Vertaal: 'twintigste'

Slide 13 - Open question

Er zijn 4 uitzonderingen op deze regel. Schrijf er zoveel mogelijk op

Slide 14 - Open question

Vertaal: 3 mei
A
der dreite Mai
B
der 3 Mai
C
der dritte Mai
D
der 3. Mai

Slide 15 - Quiz

Vertaal: 6 november
A
der 6 November
B
der 6. November
C
der sechte November
D
der sechste November

Slide 16 - Quiz

Snap je het?

Ik snap het een beetje
Ik snap het helemaal
Ik snap het niet

Slide 17 - Poll