1G2 - 18 sep 2024 - origineel - uitbeelden woorden Nieuwsbegrip 'zon'

Goedemorgen!! 
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Goedemorgen!! 

Slide 1 - Slide

Hoe gaat het?

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
1.     Filmpje bekijken
2.    Woorden bespreken
3.    Een spel met de woorden (uitbeelden)

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

De woordenlijst
1. Woorden op de woordenlijst: heb je een vraag over een woord?

2. Woorden uitbeelden

Slide 5 - Slide

De woordenlijst
1. Woorden op de woordmuur: heb je een vraag over een woord?

Slide 6 - Slide

Uitbeelden
We gaan de woorden uitbeelden van de woordenlijst.

Het doel is dat we de woorden van dit thema goed kennen.

Slide 7 - Slide

Hoe doen we dat?
- De klas verdeel ik in twee groepen.

- Twee leerlingen gaan een woord uitbeelden. Zij lopen naar voren. Ik wijs op een papier de woorden aan die je moet uitbeelden. Raad de groep het woord? Dan komen de volgende twee leerlingen naar mij toe.

- Elke groep krijgt een minuut om zoveel mogelijk woorden uit te beelden en te raden. Daarna mag de andere groep een minuut. En daarna weer de eerste groep, etc, etc.
Hoe doen we dat?

- De klas verdeel ik in twee groepen.

- Twee leerlingen gaan een woord uitbeelden. Zij lopen naar voren. Ik wijs op een papier het woorden aan die zij moeten uitbeelden. Raad de groep het woord? Dan komen de volgende twee leerlingen naar mij toe.

- Elke groep krijgt een minuut om zoveel mogelijk woorden uit te beelden en te raden. Daarna mag de andere groep een minuut. En daarna weer de eerste groep, etc, etc.

Slide 8 - Slide

Dus:
1.  Je blijft nu zitten. De klas verdeel ik in twee groepen.

Groep 1 krijgt een groen papiertje.

Groep 2 krijgt een blauw papiertje.

Slide 9 - Slide

Dus:
1.  De klas verdeel ik in twee groepen.

2. Zet de tafel aan de kant en maak een grote kring. Groep 1 zit naast elkaar (in een helft van de kring) en groep 2 zit naast elkaar (in de andere helft van de kring).

Slide 10 - Slide

De woorden
3. Kijk naar de woorden op het bord. 
Bedenk in tweetallen hoe je elk woord gaat uitbeelden.

Hier hebben jullie 5 minuten voor


timer
5:00

Slide 11 - Slide

De woorden
3. Kijk naar de woorden op het bord. 
Bedenk in tweetallen hoe je elk woord gaat uitbeelden.

Hier hebben jullie 10 minuten voor


de professor

de assistent

aanmaken

vernielen

zich goed gedragen

zich slecht gedragen

genieten

last hebben van

de factor
beïnvloeden

het eindresultaat

het medicijn

het consult

het recept

de apotheek
Bedenk in tweetallen: Hoe ga je elk woord uitbeelden?

Bespreek elk woord!
timer
5:00

Slide 12 - Slide

Hoe werkt het spel?
- Eerst heeft groep 1 een minuut om zoveel mogelijk woorden uit te beelden .
- Een tweetal uit groep 1 loopt naar mij toe en krijgt een woord.
- Het tweetal beeldt het woord uit aan groep 1.
- De leerlingen uit groep 1 proberen het woord te raden (je mag roepen!)
- Groep 2 is stil! (Alleen groep 1 kan punten halen.)
- Als het woord is geraden, gaat het tweetal zitten. En dan komt het volgende tweetal naar mij toe om een woord uit te beelden.
Dit gaat door, tot de minuut voorbij is! Dan mag groep 2!

Slide 13 - Slide

Hoe werkt het spel?
We doen dit spel 15 minuten.

Dan tel ik: welke groep heeft de meeste woorden goed geraden?
Elk geraden woord = 1 punt. De groep met de meeste punten wint!

(Op de volgende pagina staan alle woorden.) 
Tip: je mag altijd je eigen woordenlijst bekijken! Houd hem in je hand!

Slide 14 - Slide

De woorden
3. Kijk naar de woorden op het bord. 
Bedenk in tweetallen hoe je elk woord gaat uitbeelden.

Hier hebben jullie 10 minuten voor


de professor

de assistent

aanmaken

vernielen

zich goed gedragen

zich slecht gedragen

genieten

last hebben van

de factor
beïnvloeden

het eindresultaat

het medicijn

het consult

het recept

de apotheek

Slide 15 - Slide

Wat doen we na het spel?
- We ruimen de klas op. Alle tafels en stoelen gaan terug naar hun eigen plek.

- Pak een post-it en een pen.


Slide 16 - Slide

Post-it: roze en geel
Schrijf op de gele post-it:
 Welk woord heb je vandaag geleerd? Welk woord weet je nu goed?

Schrijf op de roze post-it:
Welk woord wil je nog een keer oefenen?

Plak de post-its op het bord.


Slide 17 - Slide