Afronding H6 + H7.1 t/m 7.3

• Bedrijfseconomie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Bedrijfseconomie

Programma

• Huiswerk nakijken
• Quiz
• Theorie Beleggen 7.1 en 7.2
• Opdrachten 7.1 t/m 7.3

Huiswerk nakijken

6.15 t/6.17 en 6.23 t/m 6.25 + 6.29 + 6.30 + 6.33 + 6.34

https://website.epublisher.world/vlimmeren/view/22252#32

Iso heeft € 5.000 op zijn spaarrekening staan tegen 2,5%. Hij krijgt ieder jaar interest over het oorspronkelijke hoofdbedrag. Iso wil over 2 jaar een tweedehands Volkswagen Golf kopen.

Welke vorm van interest wordt hier toegepast?

1. Enkelvoudige interest
2. Samengestelde interest (eindwaarde)
3. Samengestelde interest (contante waarde)
4. Geen van allen

4% per jaar samengestelde interest is per 2 jaar gelijk aan?

1. 8%
2. 6%
3. 8,2%
4. 8,6%

Sjaak en David willen op 31 december 2030
€ 25.000 op hun spaarrekening hebben ze storten op 1/1/19 € 8.000 tegen 2% S.I. per jaar. Hoeveel moeten ze bijstorten op 1/1/24 om hun doel te halen

1. €14.854,07
2. € 12.931,36
3. €10.145,93
4. €11.744,25

Bereken de eindwaarde van de rente na 30 jaar sparen:
€1.000 op de rekening tegen 2% samengestelde rente per jaar.

1. €1.061,21
2. €1.060,21
3. €1.811,36
4. €1.800,36

Iemand stort telkens op 1 januari een bedrag van € 1.000 op een spaarrekening. Dit doet hij 15 jaar lang. Bereken de eindwaarde op het einde van het 15e jaar. Het interestpercentage is 4%.

1. €20.824,53
2. €20.266,83
3. €19.674,90
4. €22.500,-

Eindwaarde van een rente

E(n) = a × (rⁿ – 1)/(r – 1) 

 E(n)= 1.000 × (1,04¹⁵ – 1)/(1,04 – 1) =€ 20.824,53

Lesdoelen van vandaag

Wat weet je aan het einde van de les:

7.1: Je kunt de verschillen tussen verplicht en vrijwillig sparen uitleggen

7.2: je kunt de effectenbeurs beschrijven

7.2 Spaarvormen- effectenbeurs