What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Indirecte reden / directe reden
Een zin in de directe rede zegt precies wat iemand heeft gezegd.
A
waar
B
niet waar
1 / 16
next
Slide 1:
Quiz
Taal
Basisschool
Groep 7
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Een zin in de directe rede zegt precies wat iemand heeft gezegd.
A
waar
B
niet waar
Slide 1 - Quiz
Een zin in directe rede staat tussen ... en begint met een ...
A
haakjes, kleine letter
B
aanhalingstekens, kleine letter
C
haakjes, hoofdletter
D
aanhalingstekens, hoofdletter
Slide 2 - Quiz
Wat mist de volgende directe rede?
De dief riep: Je geld of je leven?
A
Haakjes
B
Aanhalingstekens
C
Een t achter geld
D
Een punt.
Slide 3 - Quiz
Aanhalingstekens vind je terug in de .....
A
Directe rede
B
Indirecte rede
Slide 4 - Quiz
Welke zin staat in de directe rede?
A
De man vroeg of hij naar huis mocht gaan.
B
Sil zegt: "Ga je mee in het park spelen?"
C
Jelka vertelde dat ze geen bloemkool lustte.
D
Mischa fluisterde dat ze een snoepje wil.
Slide 5 - Quiz
Staat de zin in de directe of indirecte rede?
Ik zeg dat ik dat niet leuk vind.
A
Directe rede
B
Indirecte rede
Slide 6 - Quiz
Staat de zin in de directe of indirecte rede?
Willem vraagt:"Mag ik wat eten?"
A
Directe rede
B
Indirecte rede
Slide 7 - Quiz
Welke zin staat er in de DIRECTE rede?
A
Mijn vader zegt dat hij morgen thuiskomt.
B
Mijn moeder roept: 'Kom direct thuis!'
C
Het meisje vertelt mij dat ze morgen jarig is.
D
Simon vertelde mij dat hij gister ziek was.
Slide 8 - Quiz
Directe of indirecte rede:
De juf zegt dat je je spullen op moet ruimen.
A
directe rede
B
indirecte rede
Slide 9 - Quiz
Welke zin staat in de directe reden?
A
Tijn zegt dat iedereen mee mag
B
Iedereen mag mee!
C
Tijn zegt: 'Iedereen mag mee.'
Slide 10 - Quiz
Staat de zin in de directe of indirecte rede?
Elvis zegt dat hij naar huis gaat.
A
Directe rede
B
Indirecte rede
Slide 11 - Quiz
De jager zei tegen Sneeuwwitje dat ze ver weg moest lopen.
A
directe rede
B
indirecte rede
Slide 12 - Quiz
"Breng Sneeuwwitje naar het bos en dood haar!" sprak de boze koningin.
A
directe rede
B
indirecte rede
Slide 13 - Quiz
Staat de zin in de directe of indirecte rede?
De juf vraagt of je stil wilt zijn.
A
Directe rede
B
Indirecte rede
Slide 14 - Quiz
Aan welke twee dingen herken je de directe rede?
Slide 15 - Open question
Heb je het lesdoel begrepen?
A
Ja, ik kan zelf aan de slag.
B
Nee, ik heb meer uitleg nodig.
Slide 16 - Quiz
More lessons like this
Taal actief 4 Groep 7Thema 1 les 9 Indirecte reden / directe reden
November 2023
- Lesson with
20 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Thema 1, week 4, les 17, directe en indirecte rede
September 2023
- Lesson with
31 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Indirecte reden / directe reden
October 2022
- Lesson with
22 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Directe/indirecte rede
April 2024
- Lesson with
27 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
04. Taal Thema 1 week 1 les 4 directe/indirecte rede
August 2019
- Lesson with
38 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
Directe indirecte rede
January 2024
- Lesson with
24 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
Thema 1 -1 - 9 directe/indirecte rede
September 2019
- Lesson with
16 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
Thema 1 week 1 - les 4 directe/indirecte rede
August 2022
- Lesson with
18 slides
Taal
Basisschool
Groep 8