Havo 3 thema 2 herhaling

Thema 2. Voeding en vertering
herhaling

Wat moet je kennen voor de toetsweek?
B1 t/m B8
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema 2. Voeding en vertering
herhaling

Wat moet je kennen voor de toetsweek?
B1 t/m B8

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Beschermende voedingsstoffen zijn
A
Vetten, mineralen en vitamines
B
Vitamines en mineralen
C
Koolhydraten, mineralen en vitamines
D
Vetten en vitamines

Slide 3 - Quiz

Alle voedingsstoffen zijn........
A
brandstoffen
B
reservestoffen
C
bouwstoffen
D
beschermende stoffen

Slide 4 - Quiz

Vleeseters hebben een kort verteringsstelsel omdat ... ?
A
Ze minder eten
B
Vlees makkelijk te verteren is
C
Ze hebben scherpe tanden
D
Vlees is moeilijk te verteren

Slide 5 - Quiz

Wat is de functie van de lever bij het verteringsstelsel?
A
helpt bij de vertering van eiwitten
B
Maakt gal
C
dood maken van bacteriën

Slide 6 - Quiz

Wat zijn de functies van maagsap?

Slide 7 - Open question

Welke spieren hebben de verteringsorganen om voedsel
voort te duwen?
A
willekeurige spieren
B
dwarsgestreepte spieren
C
alleen kringspieren
D
kringspieren en lengtespieren

Slide 8 - Quiz

Noem de twee soorten vertering:

Slide 9 - Open question

Wat kan de maag afsluiten voordat het voedsel doorgaat naar de 12-vingerige darm?

Slide 10 - Open question

Juiste voorbeelden van oppervlaktevergroting in het spijsverteringsstelsel zijn...
A
Kauwen en heel veel longblaasjes
B
Darmvlokken en kauwen
C
Groeien en dik worden (reservestoffen)
D
6 meter dunne darm

Slide 11 - Quiz

Wat zijn mineralen ook wel?
A
Zouten
B
Vitaminen
C
Stenen
D
Suikers

Slide 12 - Quiz

Welke voedingsstoffen worden direct opgenomen?
Welke voedingsstoffen moeten eerst worden verteerd?
Vitaminen
De meeste koolhydraten
Glucose
Water
Eiwitten
Vetten
Mineralen

Slide 13 - Drag question

Juist of onjuist.
Gal verteert vetten.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

Alvleessap verteert
A
Eiwitten
B
Vetten
C
Koolhydraten
D
Alle drie!

Slide 15 - Quiz

Hoe heet het orgaan waar al het water uit de voedsel brij wordt opgenomen?
A
Dunne darm
B
Blinde darm
C
Dikke darm
D
Twaalfvingerige darm

Slide 16 - Quiz

Van welk type eter zijn deze kiezen?
A
herbivoren
B
carnivoren
C
omnivoren

Slide 17 - Quiz

Herbivoren hebben
A
knobbelkiezen
B
plooikiezen
C
knipkiezen

Slide 18 - Quiz

Wat is de volgorde van kiezen die je hier ziet?
A
Knipkiezen, plooikiezen, knobbelkiezen
B
Plooikiezen, knobbelkiezen, knipkiezen
C
Knobbelkiezen, plooikiezen, knipkiezen
D
Knipkiezen, knobbelkiezen, plooikiezen

Slide 19 - Quiz

De darmlengte v/d darmkanaal is aangepast aan het type voedsel dat het dier eet. Kies 1 juiste feit hierbij
A
Vleeseters hebben lang darmkanaal; vlees= makkelijk verteerbaar
B
Planteneters hebben lang darmkanaal; planten= moeilijk verteerbaar
C
Alleseters hebben lang darmkanaal; alles= moeilijk verteerbaar
D
Het maakt niet uit of ze lange of korte darmkanaal hebben

Slide 20 - Quiz

Einde

Slide 21 - Slide