Les 6 - Capitulo 2

Hoy es miércoles, 18 de septiembre
1 / 15
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Hoy es miércoles, 18 de septiembre

Slide 1 - Slide

Las reglas:
Respect:
Als iemand praat is de rest stil
Ik steek me vinger op als ik iets wil zeggen
We maken elkaar niet belachelijk
We komen onze afspraken na (HW, geen mobiel, etc.)

Slide 2 - Slide

¿Qué vamos a hacer hoy?

  • herhaling ser en estar
  • verleden tijd: pretérito indefinido
  • oefenen

Slide 3 - Slide

¿Cuáles son las metas de hoy?

  • Ik weet wanneer ik ser moet gebruiken
  • Ik weet wanneer ik estar moet gebruiken
  • Ik weet hoe ik werkwoord in het verleden tijd moet vervoegen

Slide 4 - Slide

¿Qué vamos a hacer?
¿Qué sabemos de los verbos
SER y ESTAR?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Vul de juiste vorm van ser of estar in de presente in.

1. La biblioteca __________ cerca del instituto.
2. Mi padre __________ doctor.
3. Luisa y yo __________ primas.
4. Mi hermano ____________ muy simpático.
5. Tú ____________ nervioso por el examen.
timer
1:00

Slide 7 - Slide

Vul de juiste vorm van ser of estar in de presente in.
 
1.La biblioteca está cerca del instituto.
2. Mi padre es doctor.
3. Luisa y yo somos primas.
4. Mi hermano es muy simpático.
5. Tú estás nervioso por el examen.

Slide 8 - Slide

¿Qué vamos a hacer?
Presente perfecto
?
?

Slide 9 - Slide

Pretérito indefinido

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide


Wat? WB blz. 80, opdr. 31 e
2 ->Werkwoorden vervoegen in de pretérito indefinido. 
1 -> scheidsrechter
Hoe? In groepjes van 3 
Hulp: Libro de ejercicio blz. 27 bron I
Tijd: 8 minutos
Uitkomst: Je kan de pret. indefinido vervoegen.
Klaar? Rollen wisselen, winnaar en scheidsrechter moeten nu vervoegen.
timer
8:00

Slide 12 - Slide

¿Qué vamos a hacer?
Noteer het hele werkwoord van de dikgedrukte persoonsvormen
1. Yo me despierto a las siete de la mañana.
2. Mi prima viene mañana.
3. Tú vas a la escuela.
4. Mi hermano juega al fútbol.
5. España gana la final.
6. Nosotros vemos una película en Netflix.
7. Mi padre es doctor.

Slide 13 - Slide

Los deberes
Woensdag: 

  • Leer de uitgangen van de pretérito indefinido: tekstboek blz. 27- bron I
  • Leer de frases clave: tekstboek blz. 22 - bron E en
                                                   tekstboek blz. 27 bron J
Dinsdag:
  • Oefentoets: Leer alles van Capltulo 2
Vocabulario: werkboek blz. 92 en 93
Gramática: tekstboek blz. 22 - bron D: ser (blz. 114) y estar (blz. 110) 
                        tekstboek blz. 27 - bron I: Pretérito indefinido
Frases clave: tekstboek blz. 22 - bron E
                            tekstboek blz. 27 - bron J


Slide 14 - Slide

¿Cuáles eran las metas de hoy?




  • Ik weet wanneer ik ser moet gebruiken
  • Ik weet wanneer ik estar moet gebruiken
  • Ik weet hoe ik werkwoord in het verleden tijd moet vervoegen

Slide 15 - Slide