3H1_H3_les1_theorie_woordenschat1

Woordenschat H3
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Woordenschat H3

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Na deze les 
- weet je wat een metonymia is
- kun je een metonymia herkennen en benoemen

Slide 2 - Slide

Planning deze les
- theorie woordenschat H3
- oefenen
- huiswerk

Slide 3 - Slide

Beeldspraak
- Bij beeldspraak gebruik je woorden in een figuurlijke betekenis.

- Goede beeldspraak maakt een tekst mooier, duidelijker en krachtiger.


Slide 4 - Slide

Vergelijking
In een vergelijking zet je twee dingen naast elkaar die op elkaar lijken, het object en het beeld.

De vijand kwam als een dief in de nacht
Hij ging er als een haas vandoor
Zij heeft een hart van goud
Mijn zusje is zo rood als een kreeft

Slide 5 - Slide

Metafoor
Het object wordt helemaal vervangen door het beeld. Metaforen kunnen ook werkwoorden zijn.

Het schip der woestijn (kameel)
Een tsunami van nieuwe voorschriften (een enorme berg)
Een vruchtbare vergadering (een vergadering met resultaat)

Ik brand van verlangen
Ze heeft hem met alle schulden laten zitten.

Slide 6 - Slide

Wat wordt ermee bedoeld?
  1. Zullen we vanavond bij de Italiaan gaan eten?

  2. Na die schwalbe kreeg de verdediger rood.

  3. Hebben jullie echt een Rembrandt gekocht op de rommelmarkt?

Slide 7 - Slide

Theorie woordenschat H3
  • Metonymia: verband tussen object en beeld

deel-geheel 
Neem maar een bloemetje mee.
geheel-deel
Nederland won van Italië.
producent-product
Pak jij mijn Nikes uit de kast?
eigenschap-persoon
Wat een lachebek!
materiaal-voorwerp
Hij trapte het leer tussen de doelpalen.
voorwerp-inhoud
Geef mij nog een glaasje.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Oefenen
Noteer welk(e) woord(en) als metoniem gebruikt worden.

Slide 11 - Slide

De rechtse partijen eisen meer asfalt van het kabinet.

Slide 12 - Open question

Wat is het verband tussen het object-beeld?

A
materiaal
B
producent
C
geheel
D
eigenschap

Slide 13 - Quiz

Oranje heeft gunstig geloot voor het WK in 2024.

Slide 14 - Open question

Wat is het verband tussen het object-beeld?

A
deel
B
aardrijkskundige naam
C
ruimte
D
kleur

Slide 15 - Quiz

Na de dood van zijn vrouw raakte hij aan de fles.

Slide 16 - Open question

Wat is het verband tussen het object-beeld?

A
deel
B
producent
C
voorwerp
D
eigenschap

Slide 17 - Quiz

Het stadion juichte uitbundig toen Mbappe binnenkwam.

Slide 18 - Open question

Wat is het verband tussen het object-beeld?

A
ruimte
B
materiaal
C
geheel
D
eigenschap

Slide 19 - Quiz

Ik snap dit goed.
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Huiswerk
H3 Woordenschat:
Maak online de volgende opdrachten:
opdr. 1, 2 en 3


Slide 21 - Slide