als een lichtstraal van de lichtbron in je oog komt
B
als er een lichtstraal op de lichtbron valt
C
als er mistdruppels rondom de lichtbron zijn
D
als het om de lichtbron heen donker is
1 / 20
next
Slide 1: Quiz
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2
This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes.
Items in this lesson
Wanneer kun je een lichtbron zien?
A
als een lichtstraal van de lichtbron in je oog komt
B
als er een lichtstraal op de lichtbron valt
C
als er mistdruppels rondom de lichtbron zijn
D
als het om de lichtbron heen donker is
Slide 1 - Quiz
Lichtstralen die net niet door een voorwerp worden tegengehouden heten randstralen.
A
waar
B
onwaar
Slide 2 - Quiz
Als je je hand tussen een lamp en een projectiescherm houdt, ontstaat er op dat scherm een schaduw. Deze schaduw wordt kleiner:
A
als je je hand dichter bij het scherm houdt.
B
als je je hand dichter bij de lamp houdt.
C
als je het scherm verder van de lamp zet.
D
als je een zwakkere lamp neemt.
Slide 3 - Quiz
Welke bewering over een prisma is waar?
A
Een prisma wordt ook wel een spectrum genoemd.
B
Een prisma werkt op zonne-energie.
C
Een prisma splitst het zonlicht in verschillende kleuren.
D
Een prisma voegt gekleurd licht samen tot wit licht.
Slide 4 - Quiz
Welke hoek is de hoek van terugkaatsing?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 5 - Quiz
Welke bewering is waar? Een lamp straalt licht uit. Dat licht:
A
beweegt alle kanten op en gaat naar de lamp toe.
B
beweegt alle kanten op en gaat van de lamp af.
C
beweegt in één richting naar de lamp toe
D
beweegt in één richting van de lamp af.
Slide 6 - Quiz
Een voorwerp weerkaatst alleen de kleur of kleuren die je ziet.
A
waar
B
onwaar
Slide 7 - Quiz
Welke bewering over de normaal is waar? De normaal:
A
beweegt naar de spiegel toe.
B
beweegt van de spiegel af.
C
staat loodrecht op de normaal.
D
staat loodrecht op de spiegel.
Slide 8 - Quiz
Je laat een witte lichtstraal door een prisma op een scherm vallen. Op het scherm zie je een reeks kleuren. Welke kleur hoort niet bij die reeks?
A
blauw
B
bruin
C
geel
D
groen
Slide 9 - Quiz
Welke apparaten maken gebruik van infraroodstraling?
A
zonnebanken en blacklights in discotheken
B
zonnebanken en apparaten voor de behandeling van sportblessures
C
afstandsbedieningen en blacklights in discotheken
D
afstandsbedieningen en alarminstallaties
Slide 10 - Quiz
Een lichtstraal kaatst terug van een vlakke spiegel. Dan is de hoek van terugkaatsing:
A
kleiner dan
de hoek van inval.
B
even groot als
de hoek van inval.
C
groter dan
de hoek van inval.
D
groter of kleiner dan
de hoek van inval.
Slide 11 - Quiz
Eén pixel op het scherm van je mobiel bestaat uit de volgende kleuren.
A
rood - wit - blauw
B
groen - geel - blauw
C
blauw - rood - groen
D
rood - blauw - zwart
Slide 12 - Quiz
Of geld echt is, kun je controleren met een infraroodlamp.
A
waar
B
onwaar
Slide 13 - Quiz
Erik komt met een geel shirt naar school. In het lokaal wordt een proefje gedaan met gekleurd licht. Er is alleen een lamp aan die zuiver groen licht uitstraalt. Welke kleur lijkt het shirt nu te hebben?
A
geel
B
oranje
C
rood
D
zwart
Slide 14 - Quiz
Welke bewering over infrarood straling en ultraviolette straling is goed?
A
Een koud voorwerp zendt veel uv-straling uit.
B
Een warm voorwerp zendt veel ir-straling uit.
C
Je huid verbrandt door te veel ir-straling.
D
Uv-straling wordt gebruikt bij warmtelampen.
Slide 15 - Quiz
Voor het maken van een pasfoto kan je beter indirecte licht gebruiken dan directe licht.
A
waar
B
onwaar
Slide 16 - Quiz
De letterlijke betekenis van infrarood is:
A
lichtrood.
B
naast het rood.
C
voor het rood.
D
voorbij het rood.
Slide 17 - Quiz
Een groene trui wordt beschenen door een zuiver groene lamp. Je ziet deze trui dan:
A
geel
B
groen
C
rood
D
zwart
Slide 18 - Quiz
Welke bewering over absorberen en terugkaatsen van gekleurd licht zijn waar?
A
Zwarte voorwerpen weerkaatsen alle kleuren licht.
B
Witte voorwerpen absorberen blauw licht.
C
Rode voorwerpen absorberen rood licht.
D
Groene voorwerpen absorberen rood licht.
Slide 19 - Quiz
Een vlag wordt door een lamp beschenen. De kleuren van de vlag zijn rood – wit – blauw. In welke kleuren zie je de banen van de vlag als je zuiver rood licht uitzendt?