scheikunde veiligheid blok 2 les 4

Les 4
De hardheid van water
1 / 27
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Les 4
De hardheid van water

Slide 1 - Slide

Even een korte terugblik:

Slide 2 - Slide

Een ring heeft een massa van 24 gram. Het volume is 1,24 cm3. Wat is de dichtheid van deze ring.

Slide 3 - Open question

De dichtheid van een ring is 19,3 g/cm3.
Van welk materiaal is de ring gemaakt.

Slide 4 - Open question

Co
C
CO
kobalt
koolstof
koolstofmonoxide

Slide 5 - Drag question

Welk antwoord is fout?
Een metaal heeft ...
A
... altijd een dof oppervlak
B
... een goed geleidingsvermogen
C
... een goede vervormbaarheid
D
... een goede mengbaarheid

Slide 6 - Quiz

dichtheid kleiner dan water
dichtheid even groot als water
dichtheid groter dan water
zinken
zweven
drijven

Slide 7 - Drag question

Welk materiaal is geen metaal?
A
Cu (koper)
B
Pb (lood)
C
N (stikstof)
D
Al (aluminium)

Slide 8 - Quiz

Welk metaal gaat snel roesten (corroderen) ?

A
edelmetaal
B
halfedel metaal
C
onedelmetaal
D
dit maakt niet uit

Slide 9 - Quiz

zure stoffen

Slide 10 - Mind map

Citroensap heeft een pH van 2,3.
Is dit een zure stof, neutraal of een base?
A
zuur
B
neutraal
C
base

Slide 11 - Quiz

Een zeepoplossing heeft een pH van 10,5. Is deze stof een zuur, neutraal of base?
A
zuur
B
neutraal
C
base

Slide 12 - Quiz

Bleekwater heeft een pH van 9,5. Is bleekwater geschikt om mee te ontsmetten?
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quiz

Wat gebeurt er met de pH als je een zuur en een base mengt?

Slide 14 - Open question

Wat gebeurt er als je een zure stof gaat verdunnen?
A
de pH wordt lager
B
de pH blijft gelijk
C
de pH wordt hoger

Slide 15 - Quiz

De theorie van deze week

Slide 16 - Slide

Hard water
  • Bevat veel calcium- en magnesium.
  • Kalkaanslag/ketelsteen slaat neer en geeft kalkaanslag op tegels
  • Slijtage van verwarmings-elementen van elektrische apparaten 
  • Hoog zeepgebruik

Slide 17 - Slide

Hard water
1. Hoe meer kalk er in water is opgelost, hoe harder het water.
2. Opgelost kalk word onoplosbaar als je het verhit.
3. Een andere naam voor kalkaanslag is ketelsteen

Slide 18 - Slide

Schuimvorming bij hard water
zacht water

Slide 19 - Slide

Zeep: een emulgator
Emulgator= stof die zorgt dat olie en water kunnen mengen

Zeepmolecuul:
  • Hydrofiele kop gaat samen met water. 
  • Hydrofobe staart: steekt in het vet.

Slide 20 - Slide

hydrofiel = goed in water oplosbaar

hydrofoob = slecht in water oplosbaar

Slide 21 - Slide

Werking van zeep

Een zeepmolecuul ziet er ongeveer zo uit. Een kop die van water houdt (hydrofiel) en een staart die niet van water houdt (hydrofoob). 

Slide 22 - Slide

Werking van zeep

Slide 23 - Slide

vetten en olie -achtige stoffen
- lossen niet op in water
 - je moet dus echt zeep gebruiken

Zeep:  
- natuurlijke zeep
-synthetische zeep = detergent (gemaakt van aardolie)

Slide 24 - Slide

In hard water zit
A
veel water
B
veel kalk
C
veel vet
D
veel schuim

Slide 25 - Quiz

Een hydrofiele stof:
A
lost goed op in water
B
lost goed op in water en olie
C
lost goed op in olie

Slide 26 - Quiz

Lesopdracht
Blz 73/74: voer de proef uit  overde hardheid van water.
Vul het praktijkblad in.


Lees blz. 70 en 71 van scheikunde veiligheid.
Maak vraag 1 t/m 5 van blz. 72

Slide 27 - Slide