scheikunde veiligheid blok 2 les 4

Les 4
De hardheid van water
1 / 16
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Les 4
De hardheid van water

Slide 1 - Slide

Even een korte terugblik:

Slide 2 - Slide

zure stoffen

Slide 3 - Mind map

Citroensap heeft een pH van 2,3.
Is dit een zure stof, neutraal of een base?
A
zuur
B
neutraal
C
base

Slide 4 - Quiz

Een zeepoplossing heeft een pH van 10,5. Is deze stof een zuur, neutraal of base?
A
zuur
B
neutraal
C
base

Slide 5 - Quiz

Bleekwater heeft een pH van 9,5. Is bleekwater geschikt om mee te ontsmetten?
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quiz

Hard water
  • bevat veel calcium- en magnesium.

  • Kalkaanslag/ketelsteen slaat neer en geeft kalkaanslag 
  • op bv verwarmingselementen van elektrische apparaten of op tegels

Slide 7 - Slide

Hard water
1. Hoe meer kalk er in water is opgelost, hoe harder het water.
2. Opgelost kalk word onoplosbaar als je het verhit.
3. Een andere naam voor kalkaanslag is ketelsteen

Slide 8 - Slide

vetten en olie -achtige stoffen
- lossen niet op in water
 - je moet dus echt zeep gebruiken

Zeep:  
- natuurlijke zeep
-synthetische zeep = detergent (gemaakt van aardolie)

Slide 9 - Slide

Zeep: een emulgator
Zeepmolecuul:
  • Hydrofiele kop gaat samen met water. 
  • Hydrofobe staart: steekt in het vet.

Slide 10 - Slide

Werking van zeep

Een zeepmolecuul ziet er ongeveer zo uit. Een kop die van water houdt(hydrofiel) en een staart die niet van water houdt(hydrofoob). 

Slide 11 - Slide

Werking van zeep

Slide 12 - Slide

Schuimvorming bij hard water
zacht water

Slide 13 - Slide

In hard water zit
A
veel water
B
veel kalk
C
veel vet
D
veel schuim

Slide 14 - Quiz

Een hydrolfiele stof:
A
lost goed op in water
B
lost goed op in water en olie
C
lost goed op in olie

Slide 15 - Quiz

Lesopdracht
Bekijk de film over de proef de hardheid van water.
Vul het praktijkblad in.


Lees blz. 35 en 36 van scheikunde veiligheid.
Maak vraag 1 t/m 5 van blz. 36

Slide 16 - Slide