Ik kan de drie factoren noemen die de hoogte van de toon van een snaar bepalen.
Ik kan het verband beschrijven tussen de frequentie en de toonhoogte.
Als je een geluid moet omschrijven, zeg je vaak iets over de toonhoogte. Je zegt bijvoorbeeld dat een apparaat piept als het een hoge toon maakt. Of dat het bromt als het een lage toon maakt. De meeste mensen kunnen een melodie – een serie hogere en lagere tonen na elkaar – zonder moeite nazingen.