Vrijdag 5 april 2024

Goedemorgen! 
Fijn dat je er bent.

- Lever je mobiel bij binnenkomst in in de rode bak. 
- Pak je Chromebook uit de kast en log vast in op LessonUp.

1 / 42
next
Slide 1: Slide
MentorlesVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Goedemorgen! 
Fijn dat je er bent.

- Lever je mobiel bij binnenkomst in in de rode bak. 
- Pak je Chromebook uit de kast en log vast in op LessonUp.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

1e lesuur:

Slide 5 - Slide

Wat is cultuur?
(terugblik)

Slide 6 - Open question

Leerdoelen
Ik begrijp dat culturen zich verspreiden en vermengen.

Ik weet wat een multiculturele samenleving is en ik kan Nederlanders met een migratieachtergrond in drie groepen verdelen.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

In Nieuw-Zeeland wordt Engels gesproken. Dat is een voorbeeld van cultuurverspreiding.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

Marokko was vroeger in het bezit van Frankrijk. Daarom hoort het nu bij het westerse cultuurgebied.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Wanneer ben je een Nederlander met een migratieachtergrond?

Slide 13 - Open question

Welke drie groepen nieuwe Nederlanders zijn er?

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 16 - Slide

2e lesuur:

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Krantenartikel over een overstroming
Een roman
Een folder van een supermarkt
Informeren
Amuseren
Activeren

Slide 20 - Drag question

Slide 21 - Link

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 22 - Slide

Pauze
timer
15:00

Slide 23 - Slide

3e lesuur:

Slide 24 - Slide

Leerdoelen
Ik kan de drie factoren noemen die de hoogte van de toon van een snaar bepalen.

Ik kan het verband beschrijven tussen de frequentie en de toonhoogte.


Als je een geluid moet omschrijven, zeg je vaak iets over de toonhoogte. Je zegt bijvoorbeeld dat een apparaat piept als het een hoge toon maakt. Of dat het bromt als het een lage toon maakt. De meeste mensen kunnen een melodie – een serie hogere en lagere tonen na elkaar – zonder moeite nazingen.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Bij een frequentie van 128 Hz zijn er:
A
128 trillingen per seconde
B
256 trillingen per seconde
C
512 trillingen per seconde

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Een gitarist kan snaren strakker en losser draaien.

Wat moet een gitarist doen met een snaar die te hoog klinkt? Leg je antwoord uit.

Slide 32 - Open question

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Als je over een flesje water blaast, hoor je een toon. Hans heeft twee flesjes: een vol flesje en een leeg flesje.

Welk flesje geeft de hoogste toon? Leg uit waarom.

Slide 36 - Open question

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 37 - Slide

4e lesuur:

Slide 38 - Slide

Pauze
timer
20:00

Slide 39 - Slide

Lezen
timer
10:00

Slide 40 - Slide

5e + 6e lesuur:
Special Heroes

Slide 41 - Slide

Afsluiting

Slide 42 - Slide