bs 5.2 chromosomen

bs 5.2 chromosomen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

bs 5.2 chromosomen

Slide 1 - Slide

 Leg uit wat het verschil is tussen het genotype en het fenotype.

Als je ouder wordt, verandert vaak de kleur van je haar.
Is grijs worden het gevolg van een verandering in het genotype? Leg je antwoord uit.

Wat is een gen?
leercheck

Slide 2 - Slide

genotype = informatie voor alle erfelijke eigenschappen 
Het fenotype = genotype + invloeden uit het milieu 
Nee, want je genotype verandert niet tijdens je leven. Grijs worden is daarom geen gevolg van een verandering in het genotype. (In het genotype ligt vast dat de hoeveelheid pigment verandert bij het ouder worden.)
stukjes DNA die samen de informatie bevatten voor een erfelijke eigenschap
leercheck

Slide 3 - Slide

1. Je kunt uitleggen hoe elk van de ouders 50% van de chromosomen levert.
2. Je kunt uitleggen dat bij mensen het geslacht wordt bepaald door de geslachtschromosomen.
3. Je kunt uitleggen hoe door geslachtelijke voortplanting variatie in genotypen ontstaat.
leerdoelen

Slide 4 - Slide

chromosomen

Vlak voor de cel gaat delen, wikkelen de DNA-draden zich op tot  46 chromosomen

Slide 5 - Slide

chromosomenparen man

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Mitose = gewone celdeling

Slide 8 - Slide

MEIOSE

Slide 9 - Slide

Genen 
Een gen bevat een erfelijke eigenschap.
Op een chromsoom liggen heel veel genen (enkelvoud = gen)
Ieder gen heb je twee keer:
*  een keer gehad van je moeder
*  een keer gehad van je vader
Samen bepalen de twee genen hoe je eruit ziet voor die eigenschap

Slide 10 - Slide

-----vorm van je neus
-----oogkleur
-----kunnen maken van speeksel
----- haarkleur
-----het hebben van sproeten

Slide 11 - Slide

genen eenvoudige weergegeven op een chromosoom
let op:
- de plek 
- de vorm 
- de kleur 

Slide 12 - Slide

stel je voor:
Een simpel organisme bestaat uit maar drie erfelijke eigenschappen. 



Door geslachtscellen te vormen komen er wel veel variaties voor.
oogkleur (rood of geel)
haarkleur (groen of paars)
huidskleur (blauw of oranje)

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Welk chromosoom vormt een paar met chromosoom 1? Leg je antwoord uit.

Slide 15 - Slide

Hoeveel X- en Y-chromosomen komen voor in de volgende cellen?

Slide 16 - Slide

Hoeveel X- en Y-chromosomen komen voor in de volgende cellen?
1           
1
1            
0
1          
1
0
2

Slide 17 - Slide

opdrachten
Maak de opdrachten van bs 5.2:

1, 2, 4, 7, 8, 10 en 11
en de test jezelf

Slide 18 - Slide

Leercheck

Slide 19 - Slide