25September_NederlandseLes_BijvoegelijkNaamwoord&Zinsdelen

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lezen
Wat: Zelfstandig lezen uit je leesboek
Met wie: Alleen
Tijd: 10 minuten
Uitkomst: Je bent bezig met het lezen voor je leesboek en aan het voorbereiden voor je boekverslag
Geluid: Stilte
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
1. Terugblik
2.Bijvoegelijke naamwoorden
3. Voorzetsels
4. Oefenen
5. Afronden

Slide 3 - Slide

Terugblik op vorige les
Lees de volgende zinnen en noteer de werkwoorden, lidwoorden en de zelfstandige naamwoorden in je schrift.
1. Gisteren keek ik de voetbal wedstrijd tussen Feyenoord en Celtic op de televisie.
2. Het bibliotheekgebouw biedt een prachtig uitzicht op de stad.
3. Elke week tennist Jip minimaal drie keer met zijn vriend Jaap.
timer
5:00

Slide 4 - Slide

Bijvoeglijke naamwoorden lezen tekst op blz. 208
1. Wat is de taak van een bijvoeglijk naamwoord? 

2. Wat is de positie van het bijvoeglijk naamwoord?

3. Hoe herken je een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 5 - Slide

Verwerken van uitleg
Welk woord is geen bijvoeglijk naamwoord? 
1.  Aardig- Groot - Lastig- Aanleg
2. Beste- Mooiste - Pianiste - Prachtige
3. Moediger - reiziger - sneller- zacht
4. Keien- plastic- stenen - zilveren

Slide 6 - Slide

Maken opdrachten
Wat: Maken opdrachten 3,4 en 5 op blz. 208 en 209
Met wie: Alleen of samen in duo's
Tijd: 15 minuten, waarvan de eerste 5 min alleen
Geluid: Stil en daarna FST-niveau
Uitkomst: Je hebt geoefend met de bijvoeglijke naamwoorden
Klaar: Lezen theorie op blz. 212 en maken opdracht 1 en 2 op blz. 212
timer
15:00

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Wat zijn dus voorzetsels?
1. Woorden die een plaats, tijd of reden aangeven. 
2. Je herkent het voorzetsels voor een lidwoord+zelfstandig naamwoord. 
3. Soms staat het voorzetsels na een zelfstandig naamwoord.
4. Vaste voorzetsels

Slide 9 - Slide

Aan de slag en huiswerk
Wat: Maken opdrachten 1 t/m 5 op blz. 212 en 213
Met wie: Eerste 5 minuten alleen, daarna samen
Geluid: Stilte en daarna FST-niveau
Uitkomst: Je herkent bijvoeglijke naamwoorden en voorzetsels
Hoe: Aan de hand van de theorie op blz. 212, film en aantekeningen
Huiswerk: (af)maken opdrachten 3 t/m 5 op blz. 208/209 en (af)maken opdrachten 1 t/m 5 op blz. 212 en 213. 

Slide 10 - Slide

Afronden?
Welke twee dingen heb je vandaag geleerd, die je nog niet wist toen je de les binnen kwam?

Slide 11 - Slide