Grammatica §5 + 7

Welkom M1G

1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Welkom M1G

Slide 1 - Slide

SO:
Grammatica
Woordsoorten: §1, 3, 5 en 7




Fictie (boek lezen)

T


Slide 2 - Slide

De vorige lessen:
  1. Ik kan werkwoorden in een zin herkennen.

  2. Ik kan zelfstandig werkwoorden en hulpwerkwoorden herkennen en benoemen.

  3. Ik kan zelfstandig naamwoorden en (bepaalde en onbepaalde) lidwoorden herkennen.

Slide 3 - Slide

Is het onderstreepte woord een lidwoord?
  1. Gisteren heb ik een leuke dag gehad.

  2. Ik ben een van de twee leerlingen met een 10.


timer
0:30

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
Ik kan (stoffelijk) bijvoeglijke naamwoorden herkennen.

Ik kan een voorzetsel herkennen en gebruiken.

Slide 5 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord (bn)
Zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

De mooie kast.
Het leuke liedje.
De docent is aardig.
Het spannende en tragische verhaal.

Slide 6 - Slide

Grammatica §5 (blz. 208)
We maken opdracht 2 samen

Slide 7 - Slide

Voorzetsels:
Ik loop op de berg.

Ik haal een brood uit de oven.

Ik loop de berg op.

Slide 8 - Slide

Grammatica §7 (blz. 212)
We maken opdracht 1 samen.

Slide 9 - Slide

Leerdoelen

Ik kan (stoffelijk) bijvoeglijke naamwoorden herkennen.

Ik kan een voorzetsel herkennen en gebruiken.

Slide 10 - Slide

Grammatica §5 + 7 (blz. 208 & 212)
Je werkt vandaag uit je boek!

Grammatica §5: Maak opdracht 1 t/m 4.

Grammatica §7:
 Maak opdracht 2 en 3.



timer
13:00

Slide 11 - Slide

Grammatica §5 (blz. 208)
Bespreken opdracht 3


Slide 12 - Slide

Tafel is een....
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Slide 13 - Quiz

Wat voor woordsoort is 'metalen'?
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Slide 14 - Quiz

'Huis' is een....
A
bijvoeglijk naamwoord
B
lidwoord
C
zelfstandig naamwoord

Slide 15 - Quiz

Wat voor woordsoort is 'Den Haag'?
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 16 - Quiz

Waaruit bestaat het
werkwoordelijk gezegde?

Slide 17 - Open question

Welk woord is GEEN voorzetsel?
A
op
B
onder
C
behalve
D
laatste

Slide 18 - Quiz

Welk woord is een voorzetsel?
A
de
B
naast
C
fietsen
D
fles

Slide 19 - Quiz

Welk woordsoort is 'zilveren'?
A
zelfstandig naamwoord
B
werkwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
voorzetsel

Slide 20 - Quiz


Welk woordsoort is 'zwemmen'?
A
werkwoord
B
voorzetsel
C
lidwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 21 - Quiz

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Oma wilde naar de dierentuin gaan.

Slide 22 - Open question