Negatieve getallen en optellen en aftrekken, 27-09-2021

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
25 minuten: aan het werk!
5 minuten: leerdoelen testen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
25 minuten: aan het werk!
5 minuten: leerdoelen testen

Slide 1 - Slide

Sleep de getallen op volgorde van klein naar groot.
(links kleinste getal, rechts grootste getal)
A
A
A
A
A
26.450
26,450
24.650
264,50
2.645,0

Slide 2 - Drag question

Leerdoelen:
- Je kan met negatieve getallen rekenen.
- Je kan meerdere getallen bij elkaar optellen of aftrekken.

Huiswerk: Opdracht van les 3 en 4 van getallen en lestoets is af

Slide 3 - Slide

Waar gebruiken we
negatieve getallen

Slide 4 - Mind map

Negatieve getallen
Negatieve getallen zijn getallen onder nul. 
Denk bijvoorbeeld aan:
  • temperaturen onder nul, bijvoorbeeld -5 graden Celsius
  • banksaldo met schuld. Als je rood staat, heb je een negatief saldo. Je hebt meer uitgegeven dan er op je rekening stond. Je bent de bank geld verschuldigd.
  • In de volgende video worden meer voorbeelden gegeven.

Slide 5 - Slide

De getallenlijn

0
1
2
3
4
5
6
-1
-2
-3
-4
-5
-6

Slide 6 - Slide

De getallenlijn
 positief getal erbij -> naar rechts
 negatief getal erbij <- naar links
0
1
2
3
4
5
6
-1
-2
-3
-4
-5
-6

Slide 7 - Slide

De getallenlijn
 positief getal eraf <- naar links
negatief getal eraf -> naar rechts
0
1
2
3
4
5
6
-1
-2
-3
-4
-5
-6

Slide 8 - Slide

Ezelsbruggetje optellen en aftrekken

Slide 9 - Slide

4+-3=
A
7
B
1

Slide 10 - Quiz

1+-3=
A
4
B
-4
C
2
D
-2

Slide 11 - Quiz

-1+-3=
A
4
B
-4
C
2
D
-2

Slide 12 - Quiz

A: -3-2=
B: -5x-1=
C: -1+-1=


D: 2--1=
E: 0:-4=
Sleep de letters naar de juiste plek onder de getallenlijn
A
B
C
D
E

Slide 13 - Drag question

Optellen en aftrekken

Zorg er altijd voor dat de getallen recht onder elkaar staan. Zet dus de juiste eenheden onder elkaar

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Aan de slag!
Wat? Maak van getallen 2f de opdrachten van les 3 en 4 en de lestoets
Hoe? In de online leeromgeving
Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot de timer op 0 staat of de opdrachten af zijn
Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.
Klaar? Ga verder met een ander vak of ga verder in les 2
timer
25:00

Slide 17 - Slide

Reken uit:
8 + -2 =

A
10
B
6
C
-10
D
-6

Slide 18 - Quiz

Reken uit:
9 - (- 5) =

A
4
B
-4
C
14
D
-14

Slide 19 - Quiz

Reken uit:
-3 + (-3) =

A
6
B
0
C
-6

Slide 20 - Quiz

Reken uit:
-8 - (-4) =

A
-12
B
-4
C
12
D
4

Slide 21 - Quiz

(Bonusvraag)
Reken uit:
3 x (-5) =
A
15
B
-15

Slide 22 - Quiz

(Bonusvraag)
Reken uit:
-40 : -8 =
A
5
B
-5

Slide 23 - Quiz