voltooid deelwoord (zwak en sterk)

het voltooid deelwoord 
1 / 17
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3,4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

het voltooid deelwoord 

Slide 1 - Slide

Voor welke werkwoorden gebruik je de vorm stam+t?

Slide 2 - Open question

Hoe maak je van een zwak werkwoord het voltooid deelwoord?

Slide 3 - Open question

Voor welke werkwoorden gebruik je de vorm ge+stam+et?

Slide 4 - Open question

Het voltooid deelwoord van het werkwoord kaufen is
A
gekauft
B
gekaufd
C
kauft
D
kaufen

Slide 5 - Quiz

Het voltooid deelwoord van het werkwoord wohnen is
A
wohnen
B
gewohnd
C
gewohnt
D
wohnt

Slide 6 - Quiz

Het voltooid deelwoord van het werkwoord machen is
A
macht
B
gemacht
C
machen
D
gemachd

Slide 7 - Quiz

Het voltooid deelwoord van het werkwoord spielen is
A
gespielt
B
spielt
C
gespield
D
spield

Slide 8 - Quiz

Wie lange hast du in Berlin ..............(?
A
gewesen
B
gewohnt
C
gelacht
D
restaurierd

Slide 9 - Quiz

Ich habe lange ...
A
gewart
B
gewartet
C
gewarten

Slide 10 - Quiz

Er hat viel ...
A
geret
B
geredet
C
gereden

Slide 11 - Quiz

Het voltooid deelwoord van het sterke werkwoord schwimmen is:
A
geschwimmt
B
geschwommen
C
geschwimmen
D
geschwommt

Slide 12 - Quiz

Het voltooid deelwoord van het sterke werkwoord fressen is
A
gefressen
B
gefrissen
C
gefresst
D
gefrisst

Slide 13 - Quiz

Het voltooid deelwoord van het sterke werkwoord beschreiben is:
A
beschreibt
B
beschriebt
C
beschrieben
D
beschreiben

Slide 14 - Quiz

Het voltooid deelwoord van het sterke werkwoord essen is
A
geessen
B
gegest
C
gegessen

Slide 15 - Quiz

ich bin ...
A
gefahrt
B
gefähren
C
gefahren

Slide 16 - Quiz

Hoe weet je hoe een voltooid deelwoord van een sterk werkwoord eruit ziet?
A
Je doet: ge+stam+t
B
Die kun je niet vormen, maar moet je leren.
C
Je doet: stam+ t
D
Je doet: stam + en

Slide 17 - Quiz