Staal blok 8, week 2, les 1

1 / 12
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 8

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leenwoorden
Woorden uit een andere taal die wij in het Nederlands gebruiken. 
(Bijvoorbeeld uit het: 
Latijns, Frans, Engels, Duits etc.)

Slide 2 - Slide

Schrijf minimaal twee leenwoorden op.

Slide 3 - Open question

Voorbeelden:
Sport: finish, coureur, goal
Eten: spaghetti, lunch
Kleding: garderobe, shirt, colbert, blouse
Computers: printer, online
Film: inzoomen, script, take

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

tegenwoordige tijd
verleden tijd
voltooid deelwoord
Ik werd ziek
Ik ben ziek geworden
Ik word ziek

Slide 6 - Drag question


Reed je tante naar huis?

Slide 7 - Open question

'Reed je tante naar huis?'
Noem de tegenwoordige tijd en
het voltooid deelwoord.

Slide 8 - Open question

Wij sloven ons uit.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Voltooid deelwoord

Slide 9 - Quiz

De verleden tijd van:
Wij sloven ons uit.
A
Wij sloovden ons uit.
B
Wij sloofden ons uit.
C
Wij hebben ons uitgesloofd.
D
Wij slooften ons uit.

Slide 10 - Quiz

'Hij verwacht haar.' Wat is het voltooid deelwoord?
A
Hij verwachtte haar
B
Hij verwachte haar
C
Hij heeft haar verwacht

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide