Gezegde + Lijdend voorwerp

Gezegde + Lijdend voorwerp
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Gezegde + Lijdend voorwerp

Slide 1 - Slide

Wat is de persoonsvorm?

Slide 2 - Open question

Hoe vind je het onderwerp?

Slide 3 - Open question

Zinsontleding
1. Persoonsvorm: eerste werkwoord in de zin
2. Onderwerp: Wie of wat + persoonsvorm? 
3. 
4. 

Slide 4 - Slide

Gezegde
Alle werkwoorden in de zin 

Dus ook de persoonsvorm!!

Slide 5 - Slide

De pingpongtafel staat in de garage.

Slide 6 - Open question

Morgen wil ik met jou gaan skaten.

Slide 7 - Open question

De zon schijnt de hele dag.
pv =
ow =
gez =

Slide 8 - Open question

Klaas heeft zijn slaapkamer helemaal opgeruimd.
pv =
ow =
gez =

Slide 9 - Open question

Kader aan de slag
Taalverzorging Gezegde maken

Slide 10 - Slide

Zinsontleding
1. Persoonsvorm: eerste werkwoord in de zin
2. Onderwerp: Wie of wat + persoonsvorm? 
3. Gezegde: alle werkwoorden in de zin
4. 

Slide 11 - Slide

Lijdend voorwerp (lv)
Wie of wat + gezegde + onderwerp?

Tom leest een mooi boek in zijn vrije tijd. 
pv = leest
ow = (wie leest?) Tom 
gez = leest 
lv = (wie/wat leest Tom?) een mooi boek.

Slide 12 - Slide

Klaas heeft zijn slaapkamer helemaal opgeruimd.

Slide 13 - Open question

Wij hebben een groot groentepakket van de buren gekregen.

Slide 14 - Open question

Zinsontleding LEREN!
1. Persoonsvorm: eerste werkwoord in de zin
2. Onderwerp: Wie of wat + persoonsvorm? 
3. Gezegde: alle werkwoorden in de zin
4. Lijdend voorwerp: wie of wat + gezegde + onderwerp?

Slide 15 - Slide