W5 par 7.1 communicatie

1 / 17

Slide 1: Slide

DidactiekMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

W5 Communicatie par. 7.1

Slide 2 - Slide

wat is receptieve woordenschat?

Slide 3 - Open question

Als een kind zich bewust wordt van de geschreven taal noemen we:

actieve woordenschat

ontluikende geletterdheid

eigen taalvaardigheden

mondelinge taal

Slide 4 - Quiz

ontluikende geletterdheid
hoe laat een kind dit zien?

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Slide

Lesdoelen 3.5.

De student weet hoe het communicatieproces verloopt en kent de bijbehorende basisbegrippen
De student weet dat communicatie een cyclisch proces is
De student ervaart tijdens een gesprek (interne/ externe) ruis en weet hiermee om te gaan

Paragraaf 7.1.

Slide 7 - Slide

Wat weet je van
Communicatie?

Slide 8 - Mind map

Communicatiecyclus

Slide 9 - Slide

Opdracht communicatie

De opdracht: Breng de boodschap op het kaartje over naar de laatste persoon in de rij.

Alle studenten in de rij doen oortjes in met muziek!

Slide 10 - Slide

De eerste persoon van de rij was de ...

Zender

Ontvanger

Slide 11 - Quiz

Ruis & (non)verbale communicatie

Interne ruis: afgeleid door jezelf

Externe ruis: afgeleid door externe omstandigheden

Verbale communicatie: Met taal, spreken en schrijven

Nonverbale communicatie: Met handgebaren en gezichtsuitdrukking

Slide 12 - Slide

Opdracht

Maak tweetallen:

Speler A: maakt een tekening op een A4 blad, zonder dat speler B dit ziet.
Speler A: legt aan speler B uit wat hij/zij heeft getekend.
Speler B: probeert de tekening precies na te tekenen.

Op de achtergrond hoor je muziek.

Slide 13 - Slide

Tijdens deze opdracht was er voornamelijk sprake van ...

verbale communicatie

nonverbale communicatie

Slide 14 - Quiz

Tijdens deze opdracht was er voornamelijk sprake van ...

Interne ruis

Externe ruis

Slide 15 - Quiz

Welke manieren van communiceren
laat jij zien op je stage?

Slide 16 - Mind map

eindopdracht.

1. Bedenk een communicatiespel.

Gebruik internet. Geen probleem.

2. Waarom kies je voor dit spel?

3. Maak het toepasbaar voor jouw stageklas. dit als het een spel is voor volwassenen.

4. Op welk moment zou je dit in kunnen zetten in jouw stage

Kun je een situatie met een groepje kinderen, of kind beschrijven?

5. Welk doel of doelen heb je met dit spel met dit kind of kinderen.

Slide 17 - Slide