What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
3B3 - 16 maart 2023
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Welke woord is een samenstelling?
A
aansteker
B
donkergroen
C
advies
Slide 5 - Quiz
Wat is de juiste spelling van de samenstelling: drop + veter
A
dropveter
B
dropsveter
C
dropenveter
Slide 6 - Quiz
Wat is de juiste spelling van de samenstelling: dokter + advies
A
dokteradvies
B
dokterenadvies
C
doktersadvies
Slide 7 - Quiz
Wat is de juiste spelling van de samenstelling: ei + dop
A
eidop
B
eisdop
C
eierdop
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Eindigt de stam op een -z, maar de ik-vorm op een -s? Dan is er sprake van een valse s.
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quiz
Soms klinken werkwoordsvormen hetzelfde, maar spel je ze anders.
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quiz
Als het gaat om een voltooid deelwoord, gebruik je 't ex-kofschip voor de juiste spelling.
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quiz
Wat is de basisvorm van het werkwoord?
A
infinitief
B
stam
C
ik-vorm
Slide 13 - Quiz
Lees de zin ‘Dit is me nog nooit gebeurd!’In deze zin schrijf je 'gebeurd' met een -d, omdat het een ...... is.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
Slide 14 - Quiz
Je gebruikt een komma tussen delen van een opsomming.
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quiz
Bij een -ie schrijf je in het meervoud -iën of -ieën. Valt de klemtoon op de -ie? Dan schrijf je -ieën.
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quiz
Een voltooid deelwoord kun je ook bijvoeglijk gebruiken.
A
niet waar
B
waar
Slide 17 - Quiz
Een koppelteken gebruik je tussen twee delen van een samenstelling.
A
waar
B
niet waar
Slide 18 - Quiz
Woorden als beiden, allen, anderen etc. schrijf je met -n, als ze verwijzen naar personen & als ze zelfstandig worden gebruikt.
A
waar
B
niet waar
Slide 19 - Quiz
Als de naam op een klinker eindigt, schrijf je een -’s.
A
waar
B
niet waar
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
More lessons like this
Gramm en spelling 3 en 4
February 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
SPELLING havo 3
September 2022
- Lesson with
41 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
onderdelen bloktoets 4
February 2021
- Lesson with
25 slides
H3 - Week 38 - les 7 - Spelling
September 2019
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
meervoud op -en, -ën en -n
June 2022
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
H2.8 meervoud op -en, -ën en -n
January 2024
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
meervoud op -en, -ën en -n
March 2024
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
NL blok 3 - week 6 - herhaling spelling
February 2021
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1