Werkwoordspelling PV TT & VT week 43 1B les 1

1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Planning

Week 43 werkwoordspelling
Week 44 maandag 29 oktober inleveren fictie opdracht 
Week 44 vrijdag 4 november toets werkwoordspelling

Slide 2 - Slide

Vandaag
Fictie

10 min stil lezen
Huiswerk nakijken 
Aan de slag: werkwoordspelling

Slide 3 - Slide

Stil lezen......
.....en dan is het echt stil!
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Lesdoelen

Je leert de persoonsvorm in de tegenwoordige en verleden tijd correct spellen. 
 

Slide 5 - Slide

Huiswerk nakijken 

H36 opdracht 10 t/m 14 blz. 76

Slide 6 - Slide

Ze zijn zoooo sterk dat ze van klank veranderen in de verleden tijd. 
Sterke en zwakke werkwoorden 

Slide 7 - Slide

Ook dit moet je weten!
Stam

Slide 8 - Slide

 persoonsvorm

Slide 9 - Slide

Hoe vind je de persoonsvorm

Slide 10 - Slide

De ik-vorm heb je nodig bij de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
ik-vorm:

Slide 11 - Slide



Regels persoonsvorm tegenwoordige tijd

Slide 12 - Slide


Persoonsvorm tegenwoordige tijd (PV TT)

Slide 13 - Slide

Regels persoonsvorm verleden 
tijd zwakke werkwoorden

Slide 14 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd zwakke werkwoorden

Slide 15 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd zwakke werkwoorden

Slide 16 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd sterke werkwoorden

Slide 17 - Slide

Stap 1
(infinitief)
Wat voor werkwoord is het?
1. Persoonsvorm
Is het tegenwoordige of verleden tijd?
Is het een zwak of sterk werkwoord?

2. Voltooid deelwoord

3. Hele werkwoord (infinitief)

Slide 18 - Slide

Pas de regels toe.

Eerst moet je nog weten: 
  • Wat het verschil is tussen sterke en zwakke werkwoorden.
  • Hoe je de stam vindt. 
Stap 2

Slide 19 - Slide

Huiswerk
Noteer in je agenda!

Leer de LessonUp 'VOLTOOID DEELWOORD'.
Deze heb ik met jullie gedeeld. 


Slide 20 - Slide

Aan de slag
Oefenbladen PV TT & VT maken.

Slide 21 - Slide

Zijn voor jou de lesdoelen behaald

Ik weet wat de regels zijn voor het spellen van de persoonsvorm in de tegenwoordige en verleden tijd en kan deze toepassen. 

Slide 22 - Slide

De volgende les


Werkwoordspelling: voltooid deelwoord

Slide 23 - Slide

Hoe ging deze les?
Wat heb je geleerd vandaag?

Wat vond je leuk aan deze les? 

Heeft iemand vragen?

Slide 24 - Slide

Graag de stoel aanschuiven.
Fijne dag & tot de volgende keer!

Slide 25 - Slide