Vervoegen van werkwoorden
Vaak weet je hoe je werkwoorden schrijft, omdat je het duidelijk hoort:
Ik werk - ik werkte
wij werken - wij werkten
ik speel - ik speelde
wij spelen - wij speelden
Maar wat als je twijfelt of het met -te of -de geschreven wordt, omdat je het niet kunt horen?