Week 3

Onvoorziene situaties
- Reacties van zorgvragers op  een crisissituatie
- Begeleiden van zorgvragers in een crisissituatie
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Onvoorziene situaties
- Reacties van zorgvragers op  een crisissituatie
- Begeleiden van zorgvragers in een crisissituatie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welke soorten crisissen zijn er?

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Reacties op een crisissituatie
- Overlevingsreacties
Fight, flight and freeze
Iedereen reageert uniek

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Fight, flight, freeze en Meebewegen
(Fawn)Meebewegen:
Je verzet je niet, maar beweegt mee om de situatie zo snel mogelijk voorbij te laten gaan

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Verwerkingsproces bij een crisis
- Voor een ieder uniek
- Veel emoties
- Verwardheid matig of ernstig

Slide 6 - Slide

Ook in tweede instantie reageert iedere persoon op zijn manier op een crisis. Het verwerken van een ingrijpende gebeurtenis kun je zien als een proces. In dit verwerkingsproces kunnen de betrokken personen allerlei emoties voelen: woede, verdriet, angst, wanhoop, schuld, het gevoel verdoofd te zijn en depressieve gevoelens. Plotselinge verwardheid kan ook optreden als reactie op een (dreigende) crisis. Dit kan zich uiten in onschuldige dingen als het achterstevoren aantrekken van een trui of de zaklamp in de koelkast leggen. Ernstige verwardheid komt ook voor bij zorgvragers. Zij kunnen in een crisis de werkelijkheid anders zien. Zij horen of zien bijvoorbeeld dingen die er niet zijn, maar voor de zorgvrager is dat op dat moment de realiteit.
Verdedigingsmechanismen
- Ontkenning en verdringing
-Vluchtgedrag, regressie en rationalisatie
- Projectie
- Reactievorming en compenseren

Slide 7 - Slide

Er zijn ook zorgvragers en zorgprofessionals die onbewust bepaalde tactieken gebruiken om zichzelf staande te houden. Dit noem je verdedigings- of afweermechanismen. Deze mechanismen zorgen ervoor dat de gebeurtenis niet goed verwerkt wordt. Zorgvragers en zorgprofessionals kunnen verschillend reageren op een crisis door verdedigingsmechanismen.
Ontkenning en verdringing
Vluchtgedrag, regressie en rationalisatie
Projectie
Reactievorming en compenseren
De zorgvrager zegt dat de ingrijpende gebeurtenis niet waar kan zijn. Niet alleen ontkent hij de situatie maar ook de gevoelens die hierbij passen.
De zorgvrager is veel aan het dagdromen, fantaseren, overmatig sporten of overmatig drinken. Om maar niet aan de crisissituatie te denken.
Schuift zijn gevoelens af op een ander. Het is opeens jou schuld.
De zorgvrager overschreeuwt overdreven zijn gevoel, met een tegengesteld gevoel. Hij denkt en doet alsof hij populair is terwijl hij zich in werkelijkheid ernstig minderwaardig voelt.

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Begeleiding zorgvrager
Ben ik de juiste persoon?
Afstemmen op de behoefte van de zorgvrager
  • Zorgen voor de veiligheid van de zorgvrager
  • Help de zorgvrager te beseffen wat er zojuist gebeurt is
  • Geruststellen
  • Geef hem/haar de ruimte

Meest voorkomende crisisreacties:
Stress, angst, verwardheid en onredelijke boosheid

Slide 9 - Slide

Zoals beschreven reageren zorgvragers verschillend op een crisis. Als verpleegkundige stem je, zodra het directe gevaar geweken is, je begeleiding af op de behoefte van de zorgvrager. In het algemeen geldt dat je er als verpleegkundige letterlijk en figuurlijk voor zorgt dat de zorgvrager veilig is. In sommige situaties is het nodig dat je de zorgvrager uit de onveilige situatie haalt. Je beschermt de zorgvrager tegen confronterende beelden, zoals nare verwondingen, bloed of agressief gedrag. Als de acute crisis voorbij is, help je de zorgvrager beseffen wat er gebeurd is, stel je hem gerust en geef je hem ruimte om zijn emoties te uiten. In deze paragraaf komen de meest voorkomende reacties op een crisissituatie aan bod en hoe jij als verpleegkundige de zorgvrager kunt begeleiden.

Stress?

Slide 10 - Mind map

This item has no instructions

Stress
Stress
  • Zweten
  • Trillen
  • Duizeligheid
  • Misselijkheid
  • Hoge hartslag
  • Hartkloppingen
  • Snelle ademhaling
  • Hyperventilatie
  • Verhoogde bloeddruk
Wat kun jij doen als verpleegkundige?
  • Help de zorgvrager zijn stress te uiten
  • Ga in gesprek
  • Benoem de emoties/gedrag wat je ziet
  • Actief luisteren

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Angst/paniekaanval?

Slide 12 - Mind map

This item has no instructions

Angst / 
  • Snelle hartslag
  • Zweten
  • Duizeligheid
  • Trillen/beven
  • Snelle ademhaling 
  • Hyperventilatie
  • Tintelingen 
  • Droge mond 
  • Misselijkheid
  • Maagpijn
  • Benauwd gevoel
Paniekaanval
Wat kun jij doen als verpleegkundige:
  • Helpen om rustiger te ademhalen
  • Afleiden 
  • Stukje lopen
  • Geef aan dat de symptomen door angst komen en niet door somatische problemen
  • Onderschat de angstgevoelens niet
  • Geruststellen
Reële angst: duidelijke relatie tussen een gebeurtenis en angst
Niet-reële angst: geen duidelijke relatie tussen gebeurtenis en de angst. Of de angst staat niet in relatie tot de gebeurtenis

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Verwardheid?

Slide 14 - Mind map

This item has no instructions

Verwardheid
  • Draad van het verhaal kwijt
  • Vergeten van dingen
  • Chaotisch handelen
  • Wanen
  • Hallucinaties

Verwardheid komt vaak door: 
Stress, angst of slaapgebrek
Wat kun je doen als verpleegkundige:
  • Beperk prikkels
  • Herkenningspunten
  • Blijf rustig, geduldig en vriendelijk
  • Spreek met korte zinnen
  • Zorg voor structuur en dag-nachtrimte
  • Let op de veiligheid
  • Spreek een zorgvrager die hallucineert niet tegen. Voor de zorgvrager zijn de hallucinaties en wanen levensecht. Leidt de zorgvrager af.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Onredelijke boosheid?

Slide 16 - Mind map

This item has no instructions

Onredelijke boosheid
  • Agressie
  • Verplaatste agressie = het afreageren op anderen
  • Eigendommen vernielen, zichzelf beschadigen
Wat kun je doen als verpleegkundige:
  • Spreek iemand aan op zijn gedrag
  • Probeer eerst de zorgvrager te kalmeren
  • Gebruik de Ik-boodschap
  • Bij gevaar voor veiligheid van de zorgvrager of van jouzelf, grijp je gelijk in. Dit door iemand fysiek vast te pakken en op strenge toon te zeggen wat je wil dat hij gaat doen.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wet zorg en dwang
De Wet zorg en dwang is er om vrijheidsbeperking tegen te gaan en gaat uit van een getrapt zorgmodel.
- Praktijkkaartjes behandelen

https://www.vilans.nl/wat-doen-we/wet-zorg-en-dwang



Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten
Edition: COM 5: omgaan met onvoorziene situaties, opdracht 1,2,3 en 4
Opdracht: Casus crississituatie thuiszorg, zie bijlage 1
Oefenen met Casus

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Opdracht crisissituatie 
Bijlage 1

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

https://www.kennispleingehandicaptensector.nl/gehandicaptensector/media/documents/Thema's/Sta-even-stil-bij-zorg-en-dwang-praktijkspel.pdf

Slide 21 - Slide

This item has no instructions