V1 herhaling Taalverzorging en herhaling Grammatica

Welkom V1AT
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom V1AT

Slide 1 - Slide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Huiswerkopdracht bekijken
  3. Terugblik vorige les: taalverzorging 29: onregelmatige en Engelse werkwoorden
  4. Herhaling grammatica
  5. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Slide

10 minuten lezen

Slide 3 - Slide

Opdracht 11



  • Geef de invulopdracht die je hebt gemaakt aan je buur. 
  • Check of er aan de opdracht is voldaan (zie p. 121). 
  • Vervolgens maakt je buur de opdracht. 
  • Klaar? Geef de opdracht weer terug en laat hem nakijken.
  • Bespreek vervolgens samen de opdracht en de goede/foute antwoorden.
  • Jullie krijgen hier 15 minuten de tijd voor.

Slide 4 - Slide

Met de werkwoorden hebben, kunnen, mogen, willen, zijn en zullen is iets bijzonders aan de hand. Wat dan?
A
je schrijft de persoonsvorm van deze werkwoorden altijd zonder t
B
er zijn voor de persoonsvorm in de verleden tijd twee mogelijkheden die allebei goed zijn
C
je schrijft de persoonsvorm en het voltooid deelwoord niet volgens de normale regels

Slide 5 - Quiz

Waar of niet waar?

Engelse werkwoorden worden vervoegd volgens de Nederlandse spellingregels.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Waar of niet waar?

Soms moet je bij Engelse werkwoorden een e toevoegen als dat nodig is voor de uitspraak.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct spellen.
A
ja
B
nee
C
zo ongeveer

Slide 8 - Quiz

Ik kan de persoonsvorm in de verleden tijd correct spellen.
A
ja
B
nee
C
zo ongeveer

Slide 9 - Quiz

Ik kan het voltooid deelwoord correct spellen.
A
ja
B
nee
C
zo ongeveer

Slide 10 - Quiz

Ik kan het onvoltooid deelwoord correct spellen.
A
ja
B
nee
C
zo ongeveer

Slide 11 - Quiz

Ik kan onregelmatige werkwoorden correct spellen.
A
ja
B
nee
C
zo ongeveer

Slide 12 - Quiz

Ik kan Engelse werkwoorden correct spellen.
A
ja
B
nee
C
zo ongeveer

Slide 13 - Quiz

Neem onderstaande zin over en verdeel de zin in zinsdelen:

De aarde warmt op als gevolg van menselijk handelen.

Slide 14 - Mind map

Wat is de persoonsvorm, het gezegde en het onderwerp in deze zin?

De aarde warmt op als gevolg van menselijk handelen.

Slide 15 - Mind map

Neem onderstaande zin over en verdeel de zin in zinsdelen:

Gisteren heeft de politie een inval gedaan in een hennepkwekerij.

Slide 16 - Mind map

Wat is de persoonsvorm, het gezegde en het onderwerp in deze zin?

Gisteren heeft de politie een inval gedaan in een hennepkwekerij.

Slide 17 - Mind map

Neem onderstaande zin over en verdeel de zin in zinsdelen:

De data werden razendsnel geanalyseerd.

Slide 18 - Mind map

Wat is de persoonsvorm, het gezegde en het onderwerp in deze zin?

De data werden razendsnel geanalyseerd.

Slide 19 - Mind map

Neem onderstaande zin over en verdeel de zin in zinsdelen:

De hersenen van dementerende zijn in kaart gebracht door artsen van het UMCG.

Slide 20 - Mind map

Wat is de persoonsvorm, het gezegde en het onderwerp in deze zin?

De hersenen van dementerende zijn in kaart gebracht door artsen van het UMCG.

Slide 21 - Mind map

Neem onderstaande zin over en verdeel de zin in zinsdelen:

Een groot deel van de vluchtelingen maakt weinig kans op asiel.

Slide 22 - Mind map

Wat is de persoonsvorm, het gezegde en het onderwerp in deze zin?

Een groot deel van de vluchtelingen maakt weinig kans op asiel.

Slide 23 - Mind map

Neem onderstaande zin over en verdeel de zin in zinsdelen:

Een massa voetbalsupporters gooide vuurwerkbommen op het veld.

Slide 24 - Mind map

Wat is de persoonsvorm, het gezegde en het onderwerp in deze zin?

Een massa voetbalsupporters gooide vuurwerkbommen op het veld.

Slide 25 - Mind map

Neem onderstaande zin over en verdeel de zin in zinsdelen:

Zijn verzameling oldtimers is een paar miljoen waard.

Slide 26 - Mind map

Wat is de persoonsvorm, het gezegde en het onderwerp in deze zin?

Zijn verzameling oldtimers is een paar miljoen waard.

Slide 27 - Mind map

Ik kan een zin in zinsdelen verdelen.
A
ja
B
nee
C
zo ongeveer

Slide 28 - Quiz

Ik kan het gezegde in een zin vinden.
A
ja
B
nee
C
zo ongeveer

Slide 29 - Quiz

Ik kan het onderwerp in een zin vinden.
A
ja
B
nee
C
zo ongeveer

Slide 30 - Quiz

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: maandag 12 december
  • Huiswerk: maken opdr. 6 (p. 89) + leren theorie p. 110, 112, 114, 116, 118 en 120
  • Meenemen: LAPTOP, boek, leesboek, schrift, pen en plenda
  • Programma: grammatica 21

Slide 31 - Slide