B6

1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Weefselvloeistof
Lymfe
Bloedplasma
Vocht buiten de haarvaten; kan O2, witte bloedcellen, voedingsstoffen, CO2 en andere afvalstoffen bevatten
Deze vloeistof bestaat uit water met opgeloste stoffen en witte bloedcellen
In deze vloeistof zitten geen bloedcellen of bloedplaatjes

Slide 2 - Drag question

Hier zie je een afbeelding van een lymfevat.
In welke richting stroomt de lymfe?
A
Richting A
B
Richting B

Slide 3 - Quiz

Wat is de functie van een lymfeknoop?
A
Lymfe verzamelen
B
Lymfe zuiveren
C
Lymfe afbreken
D
Lymfe opnemen

Slide 4 - Quiz

In welk of welke typen vocht kunnen antistoffen voorkomen?
A
Alleen in bloed
B
In bloed, lymfe en weefselvloeistof
C
In bloed en lymfe
D
In bloed, lymfe, weefselvloeistof en traanvocht

Slide 5 - Quiz

Wat bevindt zich op plaats P?
A
bloed
B
lymfe
C
weefselvloeistof

Slide 6 - Quiz

In welke richting stroomt de lymfe?
A
in de richting van P
B
in de richting van Q
C
is niet af te leiden uit de tekening

Slide 7 - Quiz

Wat is GEEN functie van een lymfeklier?
A
productie van lymfe
B
zuiveren van lymfe
C
productie van witte bloedcellen

Slide 8 - Quiz

Lymfe stroomt sneller dan bloed
A
waar
B
niet waar
C
soms

Slide 9 - Quiz

Witte bloedcellen kunnen in lymfe zitten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Thema 13 Transport en afweer
B1 Bloed
B2 De bloedsomloop en de bloedvaten 
B3 Het hart
B4 Hart- en vaatziekten
B5 Weefselvloeistof en lymfe
B6 Afweer
B7 Transplantaties en bloedtransfusies

Slide 11 - Slide

Leerdoelen

* Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties 
   en op welke manieren immuniteit kan ontstaan.

* Je kunt omschrijven hoe stoffen een allergische reactie kunnen 
   veroorzaken.

Slide 12 - Slide

Infectieziekten
  • lichaamsvreemde stoffen
  • besmetting
  • infectie
  • algemene afweer: ontsteking
  • koorts

Slide 13 - Slide

Algemene afweer: 1e linie
  • laagje talg op je huid gaat ziekteverwekkers tegen.
  • Slijmvliezen (luchtwegen, darmkanaal)
  • Maagsap met zoutzuur doodt bacteriën.
  • Bepaalde witte bloedcellen (vreetcellen)

Slide 14 - Slide

0

Slide 15 - Video

Specifieke afweerreactie:

Slide 16 - Slide

Specifieke afweerreactie:

Slide 17 - Slide

Specifieke afweerreactie:

Slide 18 - Slide

Specifieke afweer
  • Antistoffen zijn specifiek en kunnen dus maar één type ziekteverwekker onschadelijk maken!\

Maar de antistof blijft in bloed aanwezig!

bv PFEIFFER
Let op:

Slide 19 - Slide

Natuurlijke actieve immuniteit

Besmetting - Witte bloedcellen 
                             maken antistoffen.

Antistoffen blijven enige tijd in het    
                         bloed - goede afweer.

Geheugen - Witte bloedcellen 
                          onthouden hoe de 
                          antistoffen moeten worden 
                          gemaakt.



Slide 20 - Slide

Primaire en secundaire reactie

Slide 21 - Slide

Kunstmatige immuniteit
Kunstmatige immuniteit bouw je op door het krijgen van een vaccinatie 

Een vaccin bevat een dode of verzwakte ziekteverwekker 
Je lichaam reageert hier vervolgens weer op door antistoffen te gaan maken tegen deze ziekteverwekker (antigenen)

Slide 22 - Slide

Afweer Kunstmatige actieve immunisatie

Slide 23 - Slide

Kunstmatige passieve immuniteit
Je wordt door een giftig (slang, spin etc.) of 
hondsdol dier (hond, vos, vleermuis) gebeten 

Dan krijg je een SERUM toegediend
dit zijn antistoffen
Je witte bloedcellen maken zelf geen antistoffen(passief)
Passieve immunisatie 

Slide 24 - Slide

Afweer passieve immunisatie

Slide 25 - Slide

Natuurlijke passieve immuniteit
Baby krijgt via de placenta of de moedermelk de antistoffen 

De witte bloedcellen maken 
zelf geen antistoffen (passief)

Passieve immunisatie

Slide 26 - Slide

Samenvatting

Slide 27 - Slide

Allergie
Een allergie is een reactie van het afweersysteem. Je witte bloedcellen maken antistoffen tegen de antigenen die op de lichaamsvreemde stoffen zitten.

Slide 28 - Slide

allergie

Slide 29 - Slide

Allergie

Slide 30 - Slide

Allergie

Slide 31 - Slide

Oefenen
Maak opdrachten 1 t/m 8 van 13.6
Opdracht 3 maak je in je boek 
De lesstof lees je in je boek op blz. 138 t/m 142

Eerste 5 minuten stil, daarna fluisterniveau
Klaar? Start met de test jezelf van 13.6

Slide 32 - Slide

Huiswerk 
Maken: online opdr. 1 t/m 8 van 13.6
Opdracht 3 in je boek







Slide 33 - Slide