P: Bij een kruising geef je de ouders aan met de letter P (Latijn: parentes = ouders).
F1: De eerste generatie nakomelingen geef je aan met F1 (Latijn: filii = kinderen). Een generatie zijn alle organismen in één laag van een reeks voortplantingen.
F2: Bij veel kruisingen planten de organismen in de F1 zich ook weer voort. Hieruit ontstaat een tweede generatie nakomelingen: de F2.
Generatie P zijn de ouders.
F1 zijn de kinderen van P.
F2 zijn de kinderen van deze kinderen (F1) en dus kleinkinderen van P
Slide 3 - Slide
Verhouding
P: AA x aa
Uitkomst F1: 100 % Aa
Uitkomst F2:
25% AA
50% Aa
25% aa
en dus 75% zwart
Slide 4 - Slide
Stambomen
Slide 5 - Slide
Notatie
P: ouders
F1: Eerste generatie nakomelingen
F2: Tweede generatie nakomelingen
Slide 6 - Slide
P
F1
Slide 7 - Slide
3.5 Variatie in genotypen
Slide 8 - Slide
Hoe zat het ook alweer?
Voortplanting: genen verder geven
Geslachtelijk: met bevruchting
-> kinderen niet geheel hetzelfde
Ongeslachtelijk: deel van origineel
groeit uit tot volgende individu
Slide 9 - Slide
Ongeslachtelijke voortplanting
Wortelstokken, enten, stekken, knollen
Slide 10 - Slide
Ongeslachtelijke voortplanting
Een deel van de plant groeit uit tot een nieuwe plant.
Je kunt plantenstekkendoor een stukje van de plant af te knippen en weer te laten groeien
Aardappelen groeien viaknollen
Slide 11 - Slide
Geslachtelijke voortplanting
Via geslachtscellen (eicel en zaadcel)
Elk organisme is anders doordat er veel mogelijkheden zijn.
Kunstmatige selectie: Nakomelingen kiezen met de gunstigste eigenschappen (bvb bij hondenfokkers)
Veredeling: het doorfokken van deze gunstige eigenschappen
Slide 12 - Slide
Geslachtelijke voortplanting
Slide 13 - Slide
geslachtelijke voortplanting
eicel en zaadcel
Ongeslachtelijke voortplanting
deling: veel sneller
Slide 14 - Slide
Mutatie
Een plotselinge verandering van een genotype = een mutatie
de veranderde genen zijn gemuteerd
Hoeft niet gevaarlijk te zijn (kan wel)
Een gemuteerd gen kan meegegeven worden aan de nakomelingen........--> langzaam nieuwe soorten
Slide 15 - Slide
Mutatie
Een plotselinge verandering in het DNA in een eicel of zaadcel
De nakomeling kan er anders uitzien (zoals albino)
Een mutatie kan heel af en toe spontaan ontstaan (celdeling). Een mutatie kan ook ontstaan door mutagene stoffen.