herhaling 3 4 en 5

herhaling 3, 4 en 5
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

herhaling 3, 4 en 5

Slide 1 - Slide

Kruising
Moeder heeft genotype Aa

Vader heeft genotype Aa

Deze worden gekruist.

Slide 2 - Slide

Generatie
  • P: Bij een kruising geef je de ouders aan met de letter P (Latijn: parentes = ouders). 
  • F1: De eerste generatie nakomelingen geef je aan met F1 (Latijn: filii = kinderen). Een generatie zijn alle organismen in één laag van een reeks voortplantingen. 
  • F2: Bij veel kruisingen planten de organismen in de F1 zich ook weer voort. Hieruit ontstaat een tweede generatie nakomelingen: de F2.

Generatie P zijn de ouders.
F1 zijn de kinderen van P.
F2 zijn de kinderen van deze kinderen (F1) en dus kleinkinderen van P

Slide 3 - Slide

Verhouding
P: AA x aa
Uitkomst F1: 100 % Aa
Uitkomst F2: 
  • 25% AA
  • 50% Aa
  • 25% aa
  • en dus 75% zwart

Slide 4 - Slide

Stambomen

Slide 5 - Slide

Notatie
P: ouders 
F1: Eerste generatie nakomelingen
F2: Tweede generatie nakomelingen

Slide 6 - Slide

P
F1

Slide 7 - Slide

3.5 Variatie in genotypen

Slide 8 - Slide

Hoe zat het ook alweer?
Voortplanting: genen verder geven

Geslachtelijk: met bevruchting
-> kinderen niet geheel hetzelfde

Ongeslachtelijk: deel van origineel
groeit uit tot volgende individu

Slide 9 - Slide

Ongeslachtelijke voortplanting
Wortelstokken, enten, stekken, knollen 

Slide 10 - Slide

Ongeslachtelijke voortplanting
Een deel van de plant groeit uit tot een nieuwe plant. 

Je kunt planten stekken door een stukje van de plant af te knippen en weer te laten groeien

Aardappelen groeien via knollen

Slide 11 - Slide

Geslachtelijke voortplanting
Via geslachtscellen (eicel en zaadcel)
Elk organisme is anders doordat er veel mogelijkheden zijn.

Kunstmatige selectie: Nakomelingen kiezen met de gunstigste eigenschappen (bvb bij hondenfokkers)
Veredeling: het doorfokken van deze gunstige eigenschappen

Slide 12 - Slide

Geslachtelijke voortplanting

Slide 13 - Slide

geslachtelijke voortplanting
eicel en zaadcel
Ongeslachtelijke voortplanting
deling: veel sneller

Slide 14 - Slide

Mutatie
Een plotselinge verandering van een genotype = een mutatie
de veranderde genen zijn gemuteerd

Hoeft niet gevaarlijk te zijn (kan wel)

Een gemuteerd gen kan meegegeven worden aan de nakomelingen........--> langzaam nieuwe soorten

Slide 15 - Slide

Mutatie

Een plotselinge verandering in het DNA in een eicel of zaadcel
De nakomeling kan er anders uitzien (zoals albino)

Een mutatie kan heel af en toe spontaan ontstaan (celdeling). Een mutatie kan ook ontstaan door mutagene stoffen.

Slide 16 - Slide

Mutagene invloeden 

Slide 17 - Slide

oefenen voor de so
test jezelf 3, 4 en 5
verder: thema 4 ordening introductie

timer
1:00

Slide 18 - Slide