H2 Lezen tekstverbanden en signaalwoorden

H1 Schrijven: zakelijke e-mail      
H2 Lezen: tekstverbanden & signaalwoorden
  • Zakelijke e-mail toets op dinsdag 9 januari
  • Laatste aandachtspunten zakelijke e-mail - 15 min totaal
  • Lesdoelen - 5 min
  • Interactieve uitleg - 10 min
  • Zelf aan de slag - 15 min
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H1 Schrijven: zakelijke e-mail      
H2 Lezen: tekstverbanden & signaalwoorden
  • Zakelijke e-mail toets op dinsdag 9 januari
  • Laatste aandachtspunten zakelijke e-mail - 15 min totaal
  • Lesdoelen - 5 min
  • Interactieve uitleg - 10 min
  • Zelf aan de slag - 15 min

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Woorden van de week

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welk woord ken je het beste? (uitdaging, aarzelen, vastberaden). Probeer de betekenis daarvan te geven of gebruik het woord in een zin

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Uitdaging
Betekenis: Een uitdaging is een soort lastige situatie of taak waar je extra moeite voor moet doen.

Voorbeeldzin: "Voor sommige leerlingen is het leren van nieuwe woorden een echte uitdaging."
"Het is een uitdaging om dit woord goed in een zin te gebruiken"




Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Aarzelen
Betekenis: Twijfelen of onzeker zijn voordat je een beslissing neemt om iets te doen.

Voorbeeldzin: "Ik aarzelde voordat ik koos welk boek ik wilde lezen."






Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Vastberaden
Betekenis: Met overtuiging en vastbeslotenheid iets doen.

Voorbeeldzin: "Hoewel het schrijven van een boek veel tijd kostte, was Sarah vastberaden om haar verhaal te delen met de wereld.''





Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
  • kan je de eerder geleerde tekstverbanden en signaalwoorden benoemen
  • kun je verschillende tekstverbanden herkennen met behulp van signaalwoorden.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Tekstverbanden en signaalwoorden

Wat is een tekstverband? 
Welke tekstverbanden ken je al?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Tekstverbanden en signaalwoorden

chronologisch 
opsommend 
tegenstellend
toelichtend

Slide 9 - Slide

Deze tekstverbanden hebben de leerlingen in klas 1 geleerd.

Herhaling tekstverbanden
chronologisch:
opsommend:
tegenstellend:
toelichtend:

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Van welk verband is er sprake?

Ik houd van ongezond eten, zoals friet en pizza.
A
Chronologisch
B
Opsommend
C
Tegenstellend
D
Toelichtend

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Maar er zijn er nog meer...

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Tekstverbanden en signaalwoorden

concluderend
redengevend
oorzakelijk
vergelijkend

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Tekstverbanden en signaalwoorden
Concluderend: dus, daarom, concluderend, dat houdt in, kortom
Redengevend: omdat, namelijk, daarom, aangezien, want, dus
Oorzakelijk: doordat, waardoor, als gevolg van, dus, dankzij
Vergelijkend: in vergelijking met, (net) als, evenals, zoals, meer/groter/beter dan, vergeleken met

LET OP verschil oorzakelijk en redengevend verband!

Slide 14 - Slide

Bo heeft de hele dag hard gewerkt en daarna nog een zware tennispartij gespeeld. Hij zal dus wel moe zijn
Doordat Squid game zo populair was, waren de kijkcijfers heel hoog.
A
oorzakelijk verband
B
redengevend verband
C
tegenstellend verband
D
toelichtend verband

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

De serie was erg populair. ............. is er een reality-versie van gemaakt.
A
Daardoor
B
Daarom
C
Al met al
D
Evenals

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Aya is gek op voetbal, evenals haar vader en zus.
A
concluderend verband
B
redengevend verband
C
oorzakelijk verband
D
vergelijkend

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Zelf aan de slag: H2 Lezen - startopdracht
timer
10:00

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Tekst 2 'Deze knol verdient een plek op ons bord'
opdracht 1
  • 1 aardappels
  • 2 De tekst speelt niet direct in op de actualiteit, maar geeft toelichting en is langer. Bovendien heeft de tekst geen lead (vetgedrukt eerste deel) en komen er meningen aan bod.
  • 4 alinea 3
  • 5 alinea 6
  • 6 globaal lezen en vervolgens precies lezen
  • 7 Dit geeft een introductie van het onderwerp met voorbeeld en het maakt nieuwsgierig omdat dit tegen het imago van aardappels ingaat/je iets nieuws over aardappels leest
  • 8 tegenstellend verband
  • 9 echter
  • 10 Het vergelijkend verband wordt aangegeven door het signaal (meer) dan.


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Tekst 2 'Deze knol verdient een plek op ons bord'
opdracht 1
  • 11 want, redengevend en en, opsommend
  • 12 Aardappels waren smakeloos, roken nergens naar en zagen er lelijk en raar uit met al die uitsteeksels. Bovendien bleken sommige gedeelten van de plant ook nog eens giftig te zijn.
  • 13 dan ook
  • 14 De meeste gewone Europeanen moesten namelijk niets hebben van dit vreemde voedsel uit Zuid-Amerika. Aardappels waren smakeloos, roken nergens naar en zagen er lelijk en raar uit met al die uitsteeksels. Bovendien bleken sommige gedeelten van de plant giftig te zijn.
  • 15 oorzakelijk verband: Door/dankzij de aardappels kan ons immuunsysteem goed werken (vitamine B6) en krijgen we mineralen zoals ijzer, magnesium, chroom en zink binnen.
  • 16 Op dezelfde landbouwgrond tegelijkertijd een ander gewas laten groeien, zodat je de grond meer kunt gebruiken. Toelichting: tussen de rijstvelden liggen stroken land waar tegelijkertijd aardappels groeien.
  • 17 daarom, concluderend verband


Slide 20 - Slide

This item has no instructions


A
concluderend
B
oorzakelijk
C
redengevend
D
vergelijkend

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions


A
concluderend
B
oorzakelijk
C
redengevend
D
vergelijkend

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions


A
concluderend
B
oorzakelijk
C
redengevend
D
vergelijkend

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions


A
concluderend
B
oorzakelijk
C
redengevend
D
vergelijkend

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

In hoeverre kan jij de tekstverbanden en signaalwoorden herkennen in een tekst?
0100

Slide 25 - Poll

This item has no instructions