H1F H4 ww-spelling

timer
10:00
1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

timer
10:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel
Ik kan:
  • voltooide en onvoltooide deelwoorden correct spellen.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wanneer gebruik je een voltooid deelwoord?

Als je wilt vertellen dat iets al gebeurd is, dan gebruik je een voltooid deelwoord. Voltooid betekent dat iets is afgerond.



Voorbeeld:
Het regent → Het is nu aan het regenen.
Het heeft geregend →  De regen is voorbij, het is nu droog.

Slide 4 - Slide

Klinkercombinaties met -r (eer/oor/eur
Hoe ziet een voltooid deelwoord eruit?

  • Het heeft altijd een ander werkwoord erbij (hebben, zijn of worden).
  • Begint bijna altijd met ge-.

Voorbeelden:
Ik ben gebleven, ik heb gehuild, ik word gezocht

Slide 5 - Slide

Klinkercombinaties met -r (eer/oor/eur
Noteer het voltooid deelwoord uit de zin:

Mijn moeder moest naar het ziekenhuis rijden, omdat mijn vader in zijn vinger had gezaagd. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Noteer het voltooid deelwoord uit de zin:
Ik heb sperziebonen gekocht, want ik wist niet zeker of je spruitjes lust. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Let op
Soms begint een werkwoord al met be-, ver-, ont-, of her-. Deze krijgt dan géén ge- aan het begin van het voltooid deelwoord.

Voorbeelden: betaald, verteld, ontvoerd, hersteld.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

De uitgang bepalen
- gezaagd
- bezocht
- ontvangen


Hoe weet je op welke letters een voltooid deelwoord eindigt?

Slide 9 - Slide

Klinkercombinaties met -r (eer/oor/eur
Weet je nog?
Zwakke werkwoorden
blijven in een andere tijd hetzelfde klinken.

Sterke werkwoorden 
hebben de kracht om in de verleden tijd van klank te veranderen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

De uitgang bepalen
  • Een voltooid deelwoord eindigt meestal op -en bij de sterke werkwoorden.

  • Een voltooid deelwoord eindigt altijd op een -t of -d bij de zwakke werkwoorden.



Slide 11 - Slide

Klinkercombinaties met -r (eer/oor/eur
Voorbeelden 
Sterk
lopen - liep - gelopen
slapen - sliep - geslapen

Zwak
koken - kookte - gekookt
tekenen - tekende - getekend

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

-t of -d?

Gebruik de verlengproef:
Maakt het voltooid deelwoord langer met -e. Je hoort dan of je een -t of een -d moet schrijven.

Regel
Leer de regels uit je hoofd.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions


                            
Twijfel je?
Als de laatste letter van de stam voorkomt in
't
kofschip X, schrijf je een -t. Zo niet, dan schrijf je een -d.
Regel
Leer de regels uit je hoofd.

Slide 14 - Slide

Deze regel is bij de verleden tijd al aan bod geweest.
Voorbeeld
Hij heeft zijn geld eerlijk ... verdient of verdiend?

Langer maken met -e: verdiende

Je hoort een -d, dus je schrijft VERDIEND

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Onvoltooid deelwoord (od)

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Onvoltooid deelwoord: geeft aan dat de handeling nog aan de gang is.

Bevend stapte Geert op de mevrouw af.
Zij lachte het voorval hoofdschuddend weg. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Onvoltooid deelwoord: schrijfwijze

🡪 Een od schrijf je als infinitief +d
Juichend, slapend, gapend, fietsend, 
whatsappend, bellend


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
We maken opdracht 1 op blz. 126.

Als je daarmee klaar bent, ga je het huiswerk nakijken met het antwoordboek. Noteer goed welke zinnen je goed hebt en welke niet.

Huiswerk: H4 spelling opdr. 1 t/m 4
H4 ww-spelling opdr. 2 + 3
timer
10:00
Vragen? Steek je hand omhoog

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Volgende week
Ma 3-10:
Lezen theorie blz. 156

Di 4-10:
Oefen so spelling H1 t/m H5

Vrij 7-10:
So spelling H1 t/m H5

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Noteer het voltooid deelwoord uit de zin:
We wilden naar het theater, maar de kaartjes waren te duur dus toen hebben we maar een museum bezocht. 

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Noteer het voltooid deelwoord uit de zin:
De buurman heeft zijn salaris niet op tijd ontvangen en nu moet hij verhuizen omdat hij de huur niet kan betalen.

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Schrijf nu het voltooid deelwoord met de juiste uitgang: klemmen.

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Verleng het voltooid deelwoord:
staken

A
Gestaakte
B
Gestaakde

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Schrijf nu het voltooid deelwoord met de juiste uitgang: staken

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Vul de juiste vorm in: kies vd of od.
___ (surfen) op de golven komen de dolfijnen dichterbij.
A
gesurft
B
surfent
C
gesurfd
D
surfend

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Vul de juiste vorm in: kies vd of od.
Heeft Jos eigenlijk wel zijn tanden ___ (poetsen)?
A
gepoetst
B
poetsent
C
gepoetsd
D
poetsend

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Vul de juiste vorm in: kies vd of od.
De minister heeft ___ (stotteren) veel ___ (beloven).
A
gestottert, belooft
B
stotterent, belovent
C
stotterend, beloofd
D
stotterend, belooft

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Wat hebben we deze les gedaan?

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Welke vragen heb ik nog?

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Welke praktische tip heb ik deze les gekregen?

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Hoe vind je zelf dat je gewerkt hebt?
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

This item has no instructions

Ik kan voltooide en onvoltooide deelwoorden correct spellen.
0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel
010

Slide 34 - Poll

This item has no instructions