Les 4 par. C ww-spelling les 2

Lesplanning

* stillezen in je leesboek
* terugblik vorige les
* huiswerk vorige week
(Socrative + zinnen maken)
* theorie par. C vd en od
* oefeningen


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* de regels voor het spellen van de werkwoorden in de tegenwoordige en verleden tijd.
* in een zin correct gespelde werkwoordsvormen invullen.
* bijzonderheden in de werkwoordspelling uitleggen.

timer
10:00
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lesplanning

* stillezen in je leesboek
* terugblik vorige les
* huiswerk vorige week
(Socrative + zinnen maken)
* theorie par. C vd en od
* oefeningen


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* de regels voor het spellen van de werkwoorden in de tegenwoordige en verleden tijd.
* in een zin correct gespelde werkwoordsvormen invullen.
* bijzonderheden in de werkwoordspelling uitleggen.

timer
10:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vragen; schrijf op in je schrift
1. Hoe noteer je de pv in de tegenwoordige tijd als het onderwerp 'je' erachter staat?
2. Wanneer gebruik je 'T KoFSCHiP-X? In welke tijd en welke soort werkwoorden?

timer
1:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Socrative maken; voltooid en onvoltooid deelwoord

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Voltooid en onvoltooid deelwoord

Pak je schrift en pen erbij. We gaan aantekeningen maken.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wanneer gebruik je een voltooid deelwoord?
Als je wilt vertellen dat iets al gebeurd is, dan gebruik je een voltooid deelwoord. Voltooid betekent dat iets is afgerond.



Voorbeeld:
Het regent → Het is nu aan het regenen.
Het heeft geregend →  De regen is voorbij, het is nu droog.

Slide 5 - Slide

Klinkercombinaties met -r (eer/oor/eur
Hoe ziet een voltooid deelwoord eruit?
  • Het heeft altijd een ander werkwoord erbij (hebben, zijn of worden).
  • Begint bijna altijd met ge-.
Voorbeelden:
Ik ben gebleven, ik heb gehuild, ik word gezocht

Slide 6 - Slide

Klinkercombinaties met -r (eer/oor/eur
Noteer het voltooid deelwoord in de zin:

Mijn moeder moest naar het ziekenhuis rijden, omdat mijn vader in zijn vinger had gezaagd. 
timer
0:30

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Noteer het voltooid deelwoord in de zin:
Ik heb sperziebonen gekocht, want ik wist niet zeker of je spruitjes lust. 
timer
0:30

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Let op
Soms begint een werkwoord al met be-, ver-, ont-, of her-. Deze krijgt dan géén ge- aan het begin van het voltooid deelwoord.

Voorbeelden: betaald, verteld, ontvoerd, hersteld.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

De uitgang bepalen
- gezaagd
- bezocht
- ontvangen


Hoe weet je op welke letters een voltooid deelwoord eindigt?

Slide 10 - Slide

Klinkercombinaties met -r (eer/oor/eur
Weet je nog?
Zwakke werkwoorden
blijven in een andere tijd hetzelfde klinken.

Sterke werkwoorden 
hebben de kracht om in de verleden tijd van klank te veranderen.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

De uitgang bepalen
  • Een voltooid deelwoord eindigt meestal op -en bij de sterke werkwoorden.

  • Een voltooid deelwoord eindigt altijd op een -t of -d bij de zwakke werkwoorden.



Slide 12 - Slide

Klinkercombinaties met -r (eer/oor/eur
-t of -d?

Gebruik de verlengproef:
Maakt het voltooid deelwoord langer met -e. Je hoort dan of je een -t of een -d moet schrijven.

Regel
Leer de regels uit je hoofd.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions


                            
Twijfel je?
Als de laatste letter van de stam voorkomt in
't kofschip X, schrijf je een -t. Zo niet, dan schrijf je een -d.
Regel
Leer de regels uit je hoofd.

Slide 14 - Slide

Deze regel is bij de verleden tijd al aan bod geweest.
Voorbeeld
Hij heeft zijn geld eerlijk ... verdient of verdiend?

Langer maken met -e: verdiende

Je hoort een -d, dus je schrijft VERDIEND

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Onvoltooid deelwoord (od)

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Onvoltooid deelwoord: geeft aan dat de handeling nog aan de gang is.

Bevend stapte Geert op de mevrouw af.
Zij lachte het voorval hoofdschuddend weg. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Onvoltooid deelwoord: schrijfwijze

🡪 Een od schrijf je als infinitief +d
Juichend, slapend, gapend, fietsend, 
whatsappend, bellend


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

ZELFSTANDIG WERKEN
Wat:
Maak opdracht 8 t/m 10 OB 
Hoe:
In je lesboek / schrift
Je mag fluisterend overleggen.

Hulp:
Theorie uit je boek of schema werkwoordspelling 
(HB blz. 194 - 197)
Tijd:
15 minuten
Klaar:
Start met opdracht 
timer
15:00

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk

Slide 21 - Slide

This item has no instructions