Ontwikkeling 2.5.

Ontwikkeling 2.5.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Ontwikkeling 2.5.

Slide 1 - Slide

Hoe was jullie vakantie?
Beschrijf jullie vakantie in één woord.

Slide 2 - Slide

Lesdoelen 2.5.
  • Je weet wat beeldende vorming inhoudt
  • Je kent de globale ontwikkeling van beeldende vorming van 0-15 jaar
paragraaf 5.2.

Slide 3 - Slide

Wat betekent
beeldende vorming?

Slide 4 - Mind map

Beeldende vorming
= met materialen en gereedschappen ontstaat een persoonlijk werkstuk dat het verhaal van een kind vertelt

Slide 5 - Slide

proces beeldende vorming
1. eigen betekenis meegeven
2. beeldaspecten toepassen (ruimte, kleur etc)
3. materiaal en technieken gebruiken (bv tekenen)

Slide 6 - Slide

Ontwikkeling in beeldend werken
0-1 jaar
- zien, ervaren en reageren
- Na een half jaar iets maken (vingerverven)

tip: verschillende structuren aanbieden

Slide 7 - Slide

Beeldende vorming 1-4 jaar
Dreumes: eerst maken, dan betekenis geven
Peuter: symbolisch denken (realiseren wat niet bestaat)


tip: keuze laten maken in werkmateriaal

Slide 8 - Slide

Beeldende vorming 4-6 jaar
schematisch werken: bewuste keuze voor het werkstuk
- bijv. welk materiaal ze willen gebruiken



tip: Fantasie en ideeën als uitgangspunt werkstuk

Slide 9 - Slide

Beeldende vorming 6-9 jaar
resultaat is belangrijk
- te weinig technieken --> voorbeelden of sjablonen


tip: praat over eisen, voorkomt telleurstelling 

Slide 10 - Slide

Beeldende vorming 9-12 jaar
- eigen interesses, voorkeuren en meningen
- onderzoekende instelling voor technieken leren


tip: voorkeuren gebruiken in activiteiten

Slide 11 - Slide

Beeldende vorming 12-14 jaar
abstracte kunst (meerdere ideeën)
- complexe projecten kun je toepassen



tip: zoeken naar talent --> doorzetten

Slide 12 - Slide

Beeldende vorming >15
beeldende vorming vanuit eigen keuze




tip: deskundigen kunnen ontwikkeling verder stimuleren

Slide 13 - Slide

Wat hoort er niet thuis in het proces van beeldende vorming
A
eigen betekenis meegeven
B
beeldaspecten toepassen
C
kijken naar voorbeelden
D
materiaal en technieken gebruiken

Slide 14 - Quiz

Een kind van 6 jaar gebruikt zijn fantasie in de beeldende vorming
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Eindopdracht 4
Kies één van de voorgaande doelgroepen
maak in de ontwikkeling van die doelgroep een eigen beeld vorming. 

1. eigen betekenis
2. beeldaspecten toepassen
3. materiaal en technieken gebruiken

Onderbouw welke betekenis er in je tekening te zien is.
Onderbouw waarom deze tekening bij de doelgroep past.

Slide 16 - Slide