hoofdletters en aanhalingstekens

spelling H1: hoofdletters en leestekens
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

spelling H1: hoofdletters en leestekens

Slide 1 - Slide

hoofdletters
- begin van de zin
-namen
- de uitzonderingen

Slide 2 - Slide

namen
Tussenvoegsels zoals de of van krijgen een kleine letter als er voorletters, een voornaam of de achternaam van de partner voor staan: 
B. de Vries, Gert van der Laan, Caro Blok-de Lint,                
de heer Van Veen. 

Slide 3 - Slide

namen
Aardrijkskundige namen       (Enschede/Amerika/ New Yorker)
talen/ dialecten                          (Frans / Fries)
bevolkingsgroepen                  (Eskimo / Vikingen)
officiële feestdagen                (Pasen/ Hemelvaart
historische gebeurtenissen ( de Tweede Wereldoorlog)



                                                 



 

Slide 4 - Slide

kleine letter!
Maar namen van dagen, maanden, windstreken, jaargetijden, tijdperken en religieuze stromingen schrijf je met een kleine letter.


  zaterdag, december, noord, noordoost en winter, middeleeuwen, renaissance en romantiek.

Slide 5 - Slide

leestekens

Slide 6 - Slide

aanhalingstekens- directe reden
uitspraak; 

Ik zei: 'Ik hou niet van appeltaart.'  
 
'Ik hou niet van appeltaart', zei ik.

Slide 7 - Slide

aanhalingstekens- titels


Voor vragen over spelling kijk ik altijd in 'Schrijfwijzer' van Renkema. 

Slide 8 - Slide

aanhalingstekens- extra nadruk
Je legt ergens extra nadruk op. 

We maken onderscheid tussen 'luisterwoorden' en 'weetwoorden'.

Slide 9 - Slide

aanhalingstekens- zogenaamd
Je bedoelt eigenlijk het tegenovergestelde.

Die inbreker werd 'liefdevol' in de kraag gevat. 

Slide 10 - Slide