Een tegenstander: één van je ouders, broer of zus, opa of oma Je kunt dit spel meerdere keren spelen met dezelfde of met een andere tegenstander
Beide spelers hebben een rode en een zwarte speelkaart nodig
Slide 5 - Slide
Wat gaan we doen?
Jij en je tegenstander kiezen straks een kaart om te spelen: rood of zwart
De kaart die je kiest laat je aan niemand zien
Ik tel af en bij 3 laten jullie elkaar de gekozen kaart zien
De score die je behaalt onthoud je goed of schrijf je op een blaadje
Slide 6 - Slide
Maar welke score kan je behalen?
Slide 7 - Slide
Even herhalen: wat gaan we doen?
Jij en je tegenstander kiezen straks een kaart om te spelen: rood of zwart
De kaart die je kiest laat je aan niemand zien
Ik tel af en bij 3 laten jullie elkaar de gekozen kaart zien
De score die je behaalt onthoud je goed of schrijf je op een blaadje
Slide 8 - Slide
Zijn jullie er klaar voor?
Ik tel dan af...
timer
0:03
Slide 9 - Slide
Wat is er gebeurd?
In de meeste gevallen kiezen spelers voor het spelen van de zwarte kaart. Dit is namelijk, als je kijkt naar jouw mogelijkheden en naar die van de tegenstander, de beste keuze.
Slide 10 - Slide
Maar wat betekent dit nu?
Als je de zwarte kaart hebt gepakt , heb je voor jezelf gekozen
Als je de rode kaart hebt gepakt, dan heb je voor de groep gekozen.
Slide 11 - Slide
Speltheorie
De meesten zullen dus kiezen voor de zwarte kaart. Dit levert echter niet de beste uitkomst op.
Jullie hadden beter allebei de rode kaart kunnen kiezen!