SS-E05-2VMBO BK- grammatica 8 (bijwoorden)

Grammatica 8
Bijwoorden zoals always, usually, often

Pak ook je schrift en een pen!
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Grammatica 8
Bijwoorden zoals always, usually, often

Pak ook je schrift en een pen!

Slide 1 - Slide

Video met uitleg
Kijk naar het bord. 

Slide 2 - Slide

Schrijf over in je schrift:

Grammatica 8: Bijwoorden
  • Bijwoorden geven aan hoe vaak iets gebeurt. 
    Dit soort woorden staat vóór het werkwoord. 
  • Als het werkwoord een vorm van to be is (am / are / is), dan staat het áchter het werkwoord.

always (altijd)           sometimes (soms)       never (nooit) 
often (vaak)               usually (meestal)           rarely (zelden)
            
timer
5:00

Slide 3 - Slide

Uitleg
We go to the park. (often)

Het bijwoord staat (tussen haakjes). 
Het bijwoord komt VOOR het werkwoord, behalve bij am/are/is.

We often go to the park.

Slide 4 - Slide

Uitleg
We are in a hurry. (always)

Het bijwoord staat (tussen haakjes). 
Het bijwoord komt VOOR het werkwoord, behalve bij am/are/is.

We are always in a hurry.

Slide 5 - Slide

Oefenen 1
Kies de zin die klopt.
(3x meerkeuze)

Slide 6 - Slide

He uses a computer. (never)
A
He never uses a computer.
B
He uses a computer never.
C
He uses never a computer

Slide 7 - Quiz

They work in a store. (sometimes)
A
Sometimes they work in a store.
B
They work sometimes in a store.
C
They sometimes work in a store.

Slide 8 - Quiz

I am vert tired at night. (usually)
A
Usually I am very tired at night.
B
I am usually very tired at night.
C
I usually am very tired at night.

Slide 9 - Quiz

Oefenen 2
Zet het bijwoord op de juiste plek in de zin.
Schrijf de hele zin over.

(3x open vraag)

Slide 10 - Slide

He works at home. (usually)

Slide 11 - Open question

We talk about our hobbies. (often)

Slide 12 - Open question

My teacher is strict. (rarely)

Slide 13 - Open question

Oefenen 3
Samenvatting van de grammatica met vragen

(6x korte vraag)

Slide 14 - Slide

Waarover zeggen bijwoorden iets?

Slide 15 - Open question

Waar zet je bijwoorden in de zin als er GEEN am/are/is in de zin staat?

Slide 16 - Open question

Waar zet je bijwoorden in de zin als er WEL am/are/is in de zin staat?

Slide 17 - Open question

Wat betekend: ALWAYS
A
nooit
B
zelden
C
soms
D
altijd

Slide 18 - Quiz

Wat betekend: OFTEN
A
nooit
B
vaak
C
soms
D
altijd

Slide 19 - Quiz

Wat betekend: RARELY
A
nooit
B
vaak
C
zelden
D
altijd

Slide 20 - Quiz

Ik begrijp wat ik moet doen bij grammatica 8, bijwoorden.

A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide