quiz DKJ

quiz DKJ
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

quiz DKJ

Slide 1 - Slide

Avonds voordat hij slapen ging, deed Johannes altijd een lang gebed. Dat had de kindermeid hem zoo geleerd. Hij bad voor zijn vader en voor Presto. Simon had het niet nodig, dacht hij. (uit: De kleine Johannes)

Wie zijn Presto en Simon?
A
Zijn schoolvrienden
B
Presto is zijn hondje, Simon de poes
C
Presto is zijn hondje, Simon zijn meester
D
Presto is een elf en Simon is een kabouter

Slide 2 - Quiz

Windekind neemt Johannes mee om hem van alles over de natuur te leren. Bij welke dieren gaan ze het eerst op bezoek?
A
Bij de konijnen in de konijnenschool
B
Bij de bijen in de bijenschool
C
Bij de krekels in de krekelschool
D
Bij de vlinders in de vlindertuin

Slide 3 - Quiz

Johannes ontmoet koning Oberon en krijgt van hem een kostbaar geschenk. Wat krijgt hij?
A
Een gouden boekje waarin staat op welke manier hij het geluk kan vinden
B
Een gouden geluksmuntje
C
Een gouden gelukskettinkje
D
Een gouden sleuteltje dat past op een gouden kastje vol kostbare schatten

Slide 4 - Quiz

Windekind gaat met Johannes naar een open plek in het bos waar een groep mensen is. Wat voor indruk krijgt hij van die mensen?
A
Mensen zijn afschuwelijk
B
Mensen vallen wel mee
C
Mensen houden van God
D
Mensen houden van de natuur

Slide 5 - Quiz

Op een gegeven moment raakt Johannes Windekind kwijt. Waardoor komt dat?
A
Omdat Windekind verder wil met het meisje Robinetta
B
Omdat Windekind teruggaat naar zijn moeder
C
Omdat Johannes teruggaat naar zijn moeder
D
Omdat Johannes teruggaat naar Wistik

Slide 6 - Quiz

Tot twee keer herinnert de kabouter Wistik Johannes aan het gouden kistje. Na de tweede keer vertelt Johannes Robinetta dat in dat gouden kistje hét boekje zit. Robinetta vertelt Johannes dat zij wel weet waar dat boekje is. Waar is het volgens haar?
A
Inderdaad in een gouden kistje dat bij Robinetta thuis staat
B
Inderdaad in een gouden kistje dat onder de rozenstruik verborgen staat
C
Niet in een gouden kistje maar in de kerk
D
Niet in een gouden kistje, maar gewoon bij Robinetta thuis

Slide 7 - Quiz

‘Ik heb geen eerbied voor God. God is een groote petroleumlamp, waardoor duizenden verdwalen en verongelukken.’ Door wie wordt dit gezegd?
A
Door Windekind
B
Door Johannes
C
Door Wistik
D
Door Pluizer

Slide 8 - Quiz

Op het moment dat Johannes Pluizer ontmoet, is hij (Johannes) diep wanhopig omdat hij én door Windekind én door Wistik én door Robinetta verlaten is. Wat vindt Johannes bij die eerste ontmoeting van Pluizer?
A
Hij vindt Pluizer aardig omdat deze hem troost en hem toezegt te helpen zoeken naar het boekje
B
Hij vindt Pluizer in eerste instantie een griezel, maar als deze hem toezegt te helpen zoeken naar het boekje, voelt hij zich toch wat getroost en gesteund
C
Hij vindt Pluizer maar een wonderlijke snuiter omdat deze steeds op zijn kop gaat staan en dan roept dat de wereld er vanuit omgekeerd perspectief zo boeiend uitziet
D
Hij haat Pluizer omdat deze onaardig spreekt over Windekind, Wistik en Robinetta en hem vertelt dat hij (Johannes) toch echt een mens is

Slide 9 - Quiz

Bij Pluizer ontmoet Johannes een vriend van Pluizer, een zekere Hein. Hein is de Dood. Johannes is:
A
Verstard van angst; gaat de Dood hem meenemen?
B
Heel even angstig, maar als hij ziet dat de ogen van de Dood vriendelijk staan, ebt zijn angst weg
C
Niet bang, maar als hij de wrede en boze ogen van de Dood ziet, neemt hij de benen
D
Niet bang, maar als hij ziet hoe de Dood Windekind meeneemt, raakt hij totaal in paniek

Slide 10 - Quiz


A

Slide 11 - Quiz