1 Na schooltijd kan Bram doen wat hij graag wil: voetballen met zijn vrienden en daarna gamen.
2 De heer Van Bergen woont vlak bij zijn werk, maar hij pakt altijd de auto.
3 Zou je dit verslag vrijdag aanstaande willen inleveren bij Anja de Graeff?
4 Dat je je kamer nog steeds niet opgeruimd hebt, is ronduit schandalig.
5 De Franse delicatessenwinkel verkoopt de volgende producten: olijfolie, stokbrood, paté en droge worsten.
6 Nog altijd is de buurtwinkel populair: hij biedt producten aan voor een lage prijs.