Laatste les periode 2

Vandaag
  • Laatste les voor de toetsweek



.......... wat weten jullie nog? Wat gaat je goed af? Wat vind je nog moeilijk? Controleer jezelf!
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vandaag
  • Laatste les voor de toetsweek



.......... wat weten jullie nog? Wat gaat je goed af? Wat vind je nog moeilijk? Controleer jezelf!

Slide 1 - Slide

Wat kennen voor pto2?
- Kern: les 15 t/m 21

Ontleden
Framing
Argumentatie
Beeldspraak



Theorie & woordjes (zie ELO voor woordenlijst)
+ boekopdracht telt ook mee (inleveren uiterlijk 31 januari)

Slide 2 - Slide

Hierna volgen vragen over argumentatie


Je moet steeds aangeven of het zinsdeel tussen haakjes het standpunt of het argument is......

Slide 3 - Slide

Het zal mij verbazen als dit jaar de carnavalsoptocht in De Bosch doorgaat. [Er wordt namelijk een erg harde wind voorspeld.]
A
Standpunt
B
Argument

Slide 4 - Quiz

[Het Nederlands verloedert] want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.
A
Argument
B
Standpunt

Slide 5 - Quiz

[Leerlingen op het vwo moeten in vijf in plaats van zes jaar hun opleiding kunnen afmaken.] Je kunt eerder aan een vervolgstudie beginnen en je zit je minder te vervelen.
A
Standpunt
B
Argument

Slide 6 - Quiz

Argumentatiestructuren
Enkelvoudige argumentatie (een argument bij een standpunt)

Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.

Slide 7 - Slide

Argumentatiestructuren
Onderschikkende argumentatie (een gebruikt argument wordt door een ander argument ondersteund).
Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.
Het is slecht voor je lever.

Slide 8 - Slide

Argumentatiestructuren
Nevenschikkende argumentatie (ieder argument is op zich een zelfstandig argument voor het standpunt)

Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.
Het is gevaarlijk in het verkeer.

Slide 9 - Slide

Argumentatiestructuren
Combinatie van argumentaties 
Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.
Het is gevaarlijk in het verkeer.
Het is duur.
Het is slecht voor je lever.
Met drank op moet je een taxi nemen.
Een taxi kost meer dan zelf rijden.

Slide 10 - Slide

Dan wat vragen over beeldspraak.......


In het kort: vergelijking (verbindingswoord), (zuivere) metafoor, personificatie, metonymia

Slide 11 - Slide

Metonymia (enkele)
--> Deel i.p.v. geheel
--> Geheel i.p.v. deel
-->  Abstract i.p.v. concreet
--> Concreet i.p.v. abstract
--> Voorwerp i.p.v. inhoud
--> Stof i.p.v. voorwerp
--> Enkelvoud i.p.v. meervoud
--> Eponiem

Slide 12 - Slide

De hockeydames wonnen goud op de Spelen.
Dit is een...
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Metonymie

Slide 13 - Quiz

Moskou reageert fel op de kritieken.

Dit is een:
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personicatie
D
Metonymie

Slide 14 - Quiz

Het leven is als een doos bonbons.

Dit is een
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Metonymie

Slide 15 - Quiz

De laatste loodjes wegen het zwaarst.

Dit is een:
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Metonymie

Slide 16 - Quiz

De toekomst lacht ons toe.

Dit is een:
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personicatie
D
Metonymie

Slide 17 - Quiz

Tot zo ver beeldspraak....


Ontleden hebben we pas nog gedaan. Maar we hebben nog iets anders behandeld

...........

Slide 18 - Slide

Wat is 'framing'?

Slide 19 - Open question

Bedankt!
Nog vragen?




Succes met de toets 



Slide 20 - Slide