What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
wk 13: les 2 - 21 Voornaamwoorden en telwoorden
Donderdag 28 maart - 2A
10 minuten stillezen
Terugblik: 21 Voornaamwoorden en telwoorden (blz. 86)
Huiswerkopdrachten bespreken
Aan de slag!
timer
10:00
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Donderdag 28 maart - 2A
10 minuten stillezen
Terugblik: 21 Voornaamwoorden en telwoorden (blz. 86)
Huiswerkopdrachten bespreken
Aan de slag!
timer
10:00
Slide 1 - Slide
Deze les ga je leren...
...om de voornaamwoorden en telwoorden van hoofdstuk 21 te herkennen en benoemen.
Slide 2 - Slide
Voornaamwoorden
- persoonlijk voornaamwoord
- bezittelijk voornaamwoord
- aanwijzend voornaamwoord
- betrekkelijk voornaamwoord
- wederkerend voornaamwoord
- wederkerig voornaamwoord
- vragend voornaamwoord
- onbepaald voornaamwoord
- telwoord
blz. 188
Slide 3 - Slide
Aan de slag!
Maak de vragen op de volgende slides.
Slide 4 - Slide
'Wat' kan een vragend voornaamwoord zijn en een onbepaald voornaamwoord.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
Zij heeft aan hem verkering gevraagd.
Het persoonlijk voornaamwoord is /
de persoonlijke voornaamwoorden zijn...
A
Zij
B
zij, aan
C
hem
D
zij, hem
Slide 6 - Quiz
persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
wederkerend voornaamwoord
wederkerig voornaamwoord
aanwijzend voornaamwoord
betrekkelijk voornaamwoord
vragend voornaamwoord
onbepaald voornaamwoord
Wie
leert
zijn
partner
nog
offline
kennen?
Slide 7 - Drag question
Bezittelijke voornaamwoorden kunnen er hetzelfde uitzien als persoonlijke voornaamwoorden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
Zij kamt haar haar voor de spiegel.
Het bezittelijk voornaamwoord is / de bezittelijke voornaamwoorden zijn...
A
Zij
B
(1e) haar
C
Zij, (1e) haar, (2e) haar
D
(2e) haar
Slide 9 - Quiz
'Je' kan persoonlijk voornaamwoord zijn, maar ook bezittelijk voornaamwoord.
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quiz
persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
wederkerend voornaamwoord
wederkerig voornaamwoord
aanwijzend voornaamwoord
betrekkelijk voornaamwoord
vragend voornaamwoord
onbepaald voornaamwoord
Niemand
spreekt
elkaar
nog
aan
op
straat.
Slide 11 - Drag question
JOU is een persoonlijk voornaamwoord, JOUW is een bezittelijk voornaamwoord
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
Wat is het verschil tussen een aanwijzend voornaamwoord en een vragend voornaamwoord?
A
Er is geen verschil.
B
Een aanwijzend voornaamwoord wijst iets aan, terwijl een vragend voornaamwoord een vraag stelt.
C
Een aanwijzend voornaamwoord vervangt een zelfstandig naamwoord, terwijl een vragend voornaamwoord een bijvoeglijk naamwoord vervangt.
D
Een aanwijzend voornaamwoord stelt een vraag, terwijl een vragend voornaamwoord iets aanwijst.
Slide 13 - Quiz
Welke voornaamwoorden kunnen zowel een persoonlijk als een bezittelijk voornaamwoord zijn?
A
haar
B
hem
Slide 14 - Quiz
Welke voornaamwoorden kunnen zowel een persoonlijk als een bezittelijk voornaamwoord zijn?
A
jullie
B
ze
Slide 15 - Quiz
persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
wederkerend voornaamwoord
wederkerig voornaamwoord
aanwijzend voornaamwoord
betrekkelijk voornaamwoord
vragend voornaamwoord
onbepaald voornaamwoord
Wie
kent
tegenwoordig
nog
werkelijk
zijn
buren?
Slide 16 - Drag question
Hij heeft mijn fiets gestolen.
Hij= voornaamwoord
mijn= voornaamwoord
A
hij= bezittelijk mijn bezittelijk
B
hij=persoonlijk mijn= bezittelijk
C
hij=persoonlijk mijn= persoonlijk
D
hij is bezittelijk mijn= persoonlijk
Slide 17 - Quiz
Ik heb ze van Madelon geleend.
het persoonlijk voornaamwoord is / de persoonlijke voornaamwoorden zijn...
A
ik
B
ze
C
Madelon
D
ik, ze
Slide 18 - Quiz
Het regent.
Welk voornaamwoord is 'het'?
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
wederkerend voornaamwoord
D
betrekkelijk voornaamwoord
Slide 19 - Quiz
persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
wederkerend voornaamwoord
wederkerig voornaamwoord
aanwijzend voornaamwoord
betrekkelijk voornaamwoord
vragend voornaamwoord
onbepaald voornaamwoord
Hij
kijkt
volgende
keer
wel
beter
uit.
Slide 20 - Drag question
Welk telwoord geeft een precies getal of een precieze plaats in een rij aan?
A
bepaald telwoord
B
onbepaald telwoord
Slide 21 - Quiz
Ik wil één ijsje.
één =
A
lidwoord
B
telwoord
C
bepaald lidwoord
Slide 22 - Quiz
Vijftigste is een:
A
Bepaald telwoord
B
Onbepaald telwoord
C
Bepaald rangtelwoord
D
Onbepaald rangtelwoord
Slide 23 - Quiz
Telwoord 'veel' is een...
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord
Slide 24 - Quiz
Staat er in deze zin een onbepaald of een bepaald telwoord?
Veel mensen zijn geïnfecteerd.
A
Er staat geen telwoord in.
B
een bepaald telwoord
C
een onbepaald telwoord
Slide 25 - Quiz
Bepaalde telwoorden geven een onduidelijker aantal aan dan onbepaalde telwoorden.
A
waar
B
niet waar
Slide 26 - Quiz
"Voor een eerste keer gaat dit hartstikke goed."
Wat is 'eerste'?
A
Bepaald hoofdtelwoord
B
Bepaald rangtelwoord
C
Onbepaald rangtelwoord
D
Het is geen telwoord
Slide 27 - Quiz
Wat is geen telwoord?
A
eerste
B
meeste
C
kleinste
D
laatste
Slide 28 - Quiz
"Mijn kat heeft vier poten."
Wat is 'vier'?
A
Bepaald hoofdtelwoord
B
Onbepaald hoofdtelwoord
C
Bepaald rangtelwoord
D
Het is geen telwoord
Slide 29 - Quiz
"Het laatste boek dat ik heb gelezen is Harry Potter en de vuurbeker."
Wat is 'laatste'?
A
Bepaald hoofdtelwoord
B
Bepaald rangtelwoord
C
Onbepaald rangtelwoord
D
Het is geen telwoord
Slide 30 - Quiz
Hij is altijd de LAATSTE in de klas
A
bepaald rangtelwoord
B
onbepaald rangtelwoord
C
geen telwoord
Slide 31 - Quiz
Klaar?
Ga naar Drillster (SOM, Leermiddelen, KERN)
--> Oefenen met H20 en H21
Slide 32 - Slide
More lessons like this
wk 12: les 1 - 21 Voornaamwoorden en telwoorden
March 2024
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
wk 12: les 1 - 21 Voornaamwoorden en telwoorden
March 2024
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Les 21 voornaamwoorden
September 2023
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
wk 14: les 1 - 21 Voornaamwoorden en telwoorden
April 2024
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
wk 48: les 2 - grammatica (voornaamwoorden)
November 2022
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
wk 12: les 2 - 21 Voornaamwoorden en telwoorden
March 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Betrekkelijk voornaamwoord
April 2024
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Woordsoorten quiz - versie klas
May 2022
- Lesson with
51 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2