HV2 toets leesvaardigheid blok 1 periode 2 week 2 les 1
Vandaag
10 min stil lezen
Herhaling alle stof
PO
1 / 46
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
This lesson contains 46 slides, with text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Vandaag
10 min stil lezen
Herhaling alle stof
PO
Slide 1 - Slide
Stil lezen
timer
10:00
Slide 2 - Slide
Twee onderwerpen in P2
Leesvaardigheid
Toets leesvaardigheid: week 4
Schrijfvaardigheid
PO poëzie: week 3
Slide 3 - Slide
Kern: schriftelijke toets
Leesvaardigheid
H2 Teksdoelen
H3 Leesstrategieën
H4 Woordraadstrategieën
Slide 4 - Slide
De praktische opdracht (PO)
Je maakt in groepjes van drie een bundel met gedichten.
De dichtbundel bevat de volgende onderdelen:
6 gekozen bestaande gedichten
5 zelf geschreven gedichten
Slide 5 - Slide
Lesdoelen
Slide 6 - Slide
Herhaling vorige les
Oefentoets gemaakt en besproken
Beeldspraak en limerick
Slide 7 - Slide
Gedichten
Haiku
Beeldgedicht
Stiftgedicht
Limerick
Beeldspraak
Stijlfiguren
Slide 8 - Slide
Huiswerk nakijken
x
Slide 9 - Slide
Uitleg
Geen
Slide 10 - Slide
Oefentoets:
6.0 of lager
Maak individueel een samenvatting. Leer die en maak nogmaals een oefentoets.
Oefentoets:
hoger dan een 6.0
Maak in tweetallen 10 toetsvragen over de theorie van leesvaardigheid
H 2, 3 en 4.
Mag in Kahoot, Blooket, LessonUp of gewoon in Word.
Slide 11 - Slide
Vijf tekstdoelen (het doel van de schrijver)
Activeren
Amuseren
Beschouwen
Informeren
Overtuigen
Slide 12 - Slide
Activeren
Je wordt aangespoord om iets te kopen of om bijvoorbeeld ergens naartoe te gaan. Een stapje verder dan overtuigen.
Bijvoorbeeld:
advertentie, filmposter, lid worden van de dieren-bescherming.
Slide 13 - Slide
Amuseren
De schrijver wil dat je plezier beleeft.
Bijvoorbeeld:
stripverhaal, roman, gedicht
Slide 14 - Slide
Beschouwen
De schrijver zorgt ervoor dat de lezer zijn eigen mening objectief kan vormen door bijvoorbeeld informatie te verschaffen (van deskundigen) en verschillende kanten te belichten. Dit kan ook een opsomming van voor- of nadelen zijn.
Bijvoorbeeld:
Een artikel over wel of niet al het lesmateriaal digitaal.
Tijdschriftartikelen met achtergrondinformatie.
Slide 15 - Slide
Informeren
Je leest feiten.
Er staat geen mening in.
De lezer 'leert' iets.
Bijvoorbeeld:
weerbericht, krantenbericht, lesboek, menukaart, recepten, woordenboek of een handleiding.
Slide 16 - Slide
Overtuigen
De schrijver wil dat de lezer zijn mening overneemt.
Bijvoorbeeld:
recensie, betoog, blog/column, ingezonden brieven in kranten en tijdschriften.
Slide 17 - Slide
Leesdoelen en leesstrategieën
Je hebt geleerd om op verschillende manieren te lezen, dat zijn de leesstrategieën.
Welke strategie je kiest, hangt af van je leesdoel.
Bepaal eerst je leesdoel en kies daarna de juiste strategie.
Slide 18 - Slide
Leesdoelen en leesstrategieën
LEESDOEL = Waarom lees je iets?
LEESSTRATEGIE = Hoe lees je iets?
Slide 19 - Slide
De vijf leesstrategieën die jullie moeten kennen
Globaal lezen
Intensief lezen
Zoekend lezen
Lerend lezen
Kritisch lezen
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Slide
Slide 40 - Slide
Slide 41 - Slide
Slide 42 - Slide
Aan de slag
Keuze
1. Ga aan de slag met de PO in je groepje
of
2. Ga aan de slag met je huiswerk n.a.v. de oefentoets of maak oefenblad 2
Keuze
Huiswerk:
samenvatting of toetsvragen voor volgende week en eerstvolgende les: oefenblad 2